KOHIER
Hoofdei ij ken Omslag
Het aantal boeren was veel kleiner. Toch waren dat er, de groten en de kleinen
bij elkaar genomen, op heel het eiland samen nog meer dan duizend. Daar zaten
wel heel wat kleine grondgebruikers bij met een laag inkomen en zonder eigen
vast personeel. Gaat men uit van gemiddelden, dan blijkt dat het aantal landar
beiders per boer in 1909 in Renesse gemiddeld 2,1 bedroeg, in Noordwelle 2,9 in
Oosterland ook 2,9 in Noordgouwe 4,3 in Eikerzee 5,9 in Serooskerke 6,2 en in
Zonnemaire 6,5 om ons nu maar tot deze gemeenten te beperken.
Welvaarls- en machtsverschillen
De meeste Schouwen-Duivelandse landarbeiders waren in die jaren zoals gezegd
straatarm. De meeste - dus niet allemaal. Er waren er ook die weliswaar als 'veld-
arbeider' te boek stonden, maar van wie men zich in verband met de hoogte van
hun belastingaanslag kan afvragen of zij dat ook wel echt waren. Wij veronder
stellen dat ze bv. alleen tijdens de oogst bij een boer werkten en dat ze verder
een onafhankelijk bestaan leidden. Waarschijnlijk bewerkten zij een lapje grond
voor eigen rekening of beschikten zij nog over andere bestaansmiddelen, en
gelukte het hun al met al op die manier een voor die tijd heel redelijk inkomen
te verwerven. De aanduiding 'veldarbeider' was in dergelijke gevallen in feite
enigszins misplaatst.
VAN DEN
IN DE
Gemeente KERKWERVE.
Dienst 1918.
Totaal van het Kohier f 6853,60.
Percentage f 3,70.
85