arbeider blijkt tot de gemeenteraad, laat staan tot het college van B&W, te zijn doorgedrongen. Ook als men rekening houdt met hel inmiddels over de hele linie behoorlijk gestegen inkomensniveau, blijkt dat zowel de raadsleden als de wethouders opnieuw tot de betrekkelijk tot zeer welgestelden behoorden. De inkomenspositie van de beide wethouders ten opzichte van die van de overige raadsleden was in 1919 zelfs nog rianter dan in 1917. Van een omwenteling, in welke zin ook, was geen sprake. De wijziging van het kiesstelsel veroorzaakte in Kerkwerve in 1919 geen enkele rimpeling in de heersende machtsverhoudingen (zie tabel 2). Tcibel 2: De wethouders en raadsleden van de gemeente Kerkwerve in 1917 en 1919 naar politieke richting, beroep en inkomenspositie Namen van raadsl. en Partij Beroep Inkomen Namen van raadsl. en Partij Inkomen wethouders in 1917 wethoiidets in 1919 C D vd Linde (weth) lib landb 2600 H Viergever (weth) AR landb 5400 M J der Weduwen (weth)lib landb 9000 M C vd Linde lib landb 5400 G vd Sluis AR landb 2800 G vd Sluis AR landb 3900 H Beije CH landb 1900 H Beije CH landb 3000 C Boot Jzn AR landb 6600 C Boot Jzn AR landb 9300 M Boot Jzn AR landb 3300 J v Da mme lib landb 5700 G J vd Cingel lib landb 7500 G J vd Cingel (weth) lib landb >13500 Hoogst aangeslagene in de landb >11000 Hoogst aangeslagene landb >14400 gemeente in 1917 in 1919 (Bron: Notulen gemeenteraadsvergaderingen en kohieren hoofdelijke omslag 1917 resp. 1919) Kerkwerve, Duivendijke, Ellemeet en Eikerzee 1917-1961 Het zou zeker de moeite waard zijn, nog eens precies na te gaan in hoeverre de situatie in Kerkwerve exemplarisch was voor alle toenmalige agrarische platte landsgemeenten op Schouwen-Duiveland. Op het moment waarop deze bijdrage tot stand kwam was het de auteur echter, behalve van Kerkwerve, slechts van drie andere voormalige gemeenten bekend welke wijzigingen zich sedert 1917 in de samenstelling van de gemeenteraden en wethouderscolleges hadden voorge daan, te weten van Ellemeet, Eikerzee en Duivendijke: gemeenten die in 1961 met Kerkwerve opgingen in de nieuwe gemeente Middenschouwen1. In 1917 telden de raden van deze vier gemeenten samen achtentwintig raadsle den, een aantal dat tot aan de samenvoeging in 1961 ongewijzigd zou blijven. De boerendominantie was in 1917 overweldigend: maar liefst zesentwintig raadsle den waren landbouwer. In Eikerzee drong in dat jaar ook de plaatselijke smid A. Gilyamse (lib.) door tot de raad (hij zat er overigens al eerder in en werd dus herkozen), en in Duivendijke de 'veldarbeider' Willem de Voogd (AR), die een jaar eerder al de landbouwer Pieter Jonker Pzn. tussentijds was opgevolgd en dus eveneens werd herkozen. Blijkbaar had het beperkte kiesrecht hun verkiezing niet in de weg gestaan. In 1919, toen het algemeen kiesrecht voor mannen voor het eerst werd geëffectu eerd, veranderde er in Kerkwerve zoals gezegd niets in de lokale machtsverhou dingen. In de andere drie gemeenten was dat per saldo evenmin het geval; welis waar kwam er in Duivendijke naast Willem de Voogd een tweede landarbeider in 88

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1996 | | pagina 90