havige terrein heel voorzichtig zijn. De verleiding is namelijk groot, de daling van het aandeel van cle lokale bestuurders met een agrarische achtergrond eenvoudig en rechtstreeks toe te schrijven aan het teruglopen van de agrarische beroepsbe volking. Maar zo eenvoudig liggen de zaken niet. Dat wordt duidelijk als men de zojuist genoemde percentages vergelijkt met de aantalsverhoudingen die in tabel 4 naar voren kwamen. Voor het jaar 1958 vin den we gemakkelijk een bevestiging van wat. we al wisten: er was toen sprake van een sterke oververtegenwoordiging van de boeren en de overige agrarische beroepsbevolking in de Schouwen-Duivelandse raden. Eigenaardig is dat die oververtegenwoordiging in de jaren daarna nog verder toenam. Letten we op de boeren en de andere vertegenwoordigers van cle agrarische sector die bij de ver kiezingen van 2 maart 1994 tot raadslid gekozen werden, dan blijkt dat aan hen toen nog ongeveer dertig procent van de zetels toevielen, teiwijl hun aandeel onder de beroepsbevolking de zes procent waarschijnlijk niet eens meer haalde. Hoe moeten we dit nu begrijpen? De boerenstand vormde op Schouwen-Duiveland vanouds zowel de economi sche als de maatschappelijke bovenlaag. Het platteland was de wereld van de boeren. Daar controleerden de landbouwers de voornaamste produktiemiddelen. Hieraan ontleenden zij hun dominante positie. Het vertrouwen dat zij in zekere zin genoten, had weinig met sympathie te maken. Vaak werden ze vanwege hun hooghartigheid door de landarbeiders eerder gehaat dan bemind. Uit het feit dat zij niet slechts door enkele partijen afgevaardigd werden, maar door vrijwel alle politieke groeperingen die aan gemeenteraadsverkiezingen deelnamen, mag niet rechtstreeks worden afgeleid dat zij daar de touwtjes kennelijk stevig in handen hadden. Er was ook sprake van een diep ingesleten gewoonte die men niet zo maar opzij zette. Ook toen landarbeiders de jure allang voor het raadslidmaat- Het in J963/1965gebouwde gemeentehuis van Middengebouwen te Scharendijke. (Coll. Streekcircbivancuil Schou wen-Duiveland) 93

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1996 | | pagina 95