Zoet water Heel wat voeten in de aarde hadden de plannen, die vanaf 1982 werden ontwik keld, tot aanleg van een zoetwatervoorziening. Met name het feit dat het Grevelingenmeer zout bleef, stimuleerden deze plannen. De verzilting belemmer de de land- en tuinbouw, en zoet water kon daaraan een einde maken. De kos ten daarvan zouden voor de belanghebbende ingelanden 130 gulden per hectare gaan bedragen. In 1985 werd, met één stem tegen, in beginsel besloten dat het waterschap de distributietaak van zoet water naar Schouwen-Duiveland op zich zou gaan nemen. Protest jonge boeren tijdens de Algemene Vergadering van 20 november 1985 voor 's landskamer in Zierikzee. De plannen kregen veel kritiek. Die gold de te betalen prijs, de vraag of de ver wachtingen voor de land- en tuinbouw wel waargemaakt konden worden en garanties ten aanzien van de kwaliteit en kwantiteit van het aan te voeren water. Onder druk van cle kritiek werd in 1987 besloten het eerder genomen besluit tot distributie van zoet water niet uit te voeren. Wegen Vooral in verband met het onderhoud van de wegen werd in 1962 overgegaan tot de aanschaf van een traktor en in 1964 tot een atlaskraan. De laatste werd inge zet bij het maaien van sloten en het delven van waterlopen. In de loop van de jaren werd het machinepark uitgebreid. Zo werd in 1971 een vrachtauto aange kocht. Door deze mechanisatie kon het inhuren van externe arbeidskracht wor den teruggedrongen. In 1983 was het wagenpark al uitgebreid tot zeven traktoren, drie hydraulische kranen en vier wagens. 96

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1996 | | pagina 100