werd Schouwen per 1 januari 1872 gescheiden van Burgh en Westland, dat een eigen bestuur kreeg. Overigens had Burgh en Westland vanaf 1864/1865 al een eigen beheer met een dijkgraaf en ontvanger-griffier. In 1871 werd Bruinisse even eens calamiteus verklaard65. In deze calamiteuze polders werd het bestuur gevormd door een dijksbestuur, bij gestaan door een secretaris-boekhouder. Het bestuur stond onder toezicht van een dijkraad. Het dijksbestuur was samengesteld uit vertegenwoordigers van de pol der en uit de bijdragende polder(s). In de dijkraad was dit ook het geval met dien verstande dat in beginsel daar de verhouding 2-1 diende te zijn. De leden van de dijkraad werden benoemd door de vergadering van (hoofdingelanden. De voor zitter en de leden van het dijksbestuur werden benoemd door de Koning, ieder uit een voordracht van drie personen, opgesteld door de dijkraad. Het dijksbestuur fungeerde als dagelijks bestuur66. In Burgh en Westland bestond het dijksbestuur uit zes vertegenwoordigers uit de polder en drie uit de achterliggende polder67. Voor Burgh en Westland was dit Schouwen, voor Bruinisse Ooster- en Sirjansland en voor Nieuw-Bommenede de polders Borrenbrood, Oud-Bommenede en Bloois en Zonnemaire. In het Calamiteuze waterschap Nieuw-Bommenede bestond de dijkraad uit zes leden: vier van Nieuw-Bommenede, één van het Waterschap Oud- Bommenede en Bloois en van de Polder Borrenbrood en één van de Polder Zonnemaire. Het dijksbestuur bestond uit een voorzitter en twee leden68. Na de regeling van de calamiteuze polders stelden Provinciale Staten op 8 novem ber 1872 en 30 januari 1873 het 'Algemeen Reglement voor de polders of water schappen in Zeeland' vast. In dit 135 artikelen tellende reglement werd bepaald dat het bestuur bestond uit een dijkgraaf en tenminste twee gezworenen. Het aan tal gezworenen werd door de ingelanden bepaald. In kleine polders kon volstaan worden met een dijkgraaf, die tevens ontvanger-griffier kon zijn. Was er alleen een dijkgraaf, dan werd ook een plaatsvervanger benoemd. Tevens werd een college van hoofdingelanden ingesteld. Deze werden gekozen door de stemgerechtigde ingelanden. Deze moesten een nader te bepalen aantal hectare grond in eigen dom, erfpacht of vruchtgebruik hebben. De vergadering van stembevoegde inge- Het dagelijks bestuur van hel Waterschap SchouwenT889- Van links naar rechtszittend: C. van der Vliet Dz. (ontvanger-griffier), M. Locker de Bruyne (heemraad), mr. A.J.F. Lokker (voorzitter) en J. Schalkwijk (heemraad). Staand: Th. Gast (heemraad), C.J. van den Bout (heemraad) en G. de Meu/meester (bode). (Streekarchivariaat Schou wen-Duiveland. Verzameling J'oto 's Waterschap Schouwen.) 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1996 | | pagina 28