Hoewel een rechtstreekse vertegenwoordiging door de gemeenten was afgewe zen, waren er heel wat personele unies. Zo werden twee burgemeesters opnieuw hoofdingeland (jhr. A. van Citters uit Burgh als vertegenwoordiger van het gebouwd en mr. F.Th. Dijckmeester uit Zierikzee namens het ongebouwd). Na de gemeentelijke herindeling van 1961. waarbij het aantal gemeenten van achttien tot zes werd teruggebracht, konden combinaties minder voorkomen. Niettemin waren er onder de acht gezworenen één wethouder (P.L. Vis - Westerschouwen) en één raadslid (J. der Weduwen - Middenschouwen)81. Het nieuwe waterschap nam het pand van het oude waterschap Schouwen in Zierikzee in gebruik als kantoor en voor vergaderingen (Havenpark 40). Schouwen was hier sinds 1937 gevestigd. Tot 1808 zetelde het waterschap Schouwen in het Zierikzeese stadhuis. Het vertrek, dat de heemraden daar ten dienste stond, heette 's Landskamer. Deze aanduiding werd gehandhaafd als naam voor het waterschapskantoor. In de jaren '80 en '90 bleek dit pand, ondanks een verbouwing, te klein. Aanvankelijk werd uitbreiding gevonden door het belen dende pand Havenpark 38 in gebruik te nemen. Later werd nieuwe kantoorruim te gevonden in het pand van de Belastingdienst aan het Kerkhof. Aanpassingen aan de tijd De eerste ingrijpende verandering betrof de actieve waterzuivering, die vanaf 1974 aan de waterschappen werd opgedragen. Deze nieuwe taak had bestuurlijke con sequenties. Per district dienden twee hoofdingelanden te worden benoemd, die de waterkwaliteit zouden gaan vertegenwoordigen in de algemene vergadering. De benoeming van deze hoofdingelanden geschiedde voor de eerste keer door Gedeputeerde Staten. Daarna werden zij gekozen door de huishoudelijke en industriële vervuilers. Als gevolg van deze uitbreiding werd ook het aantal leden van het dagelijks bestuur aangepast. Per 1 januari 1975 werd het aantal districten tot vier teruggebracht. Daardoor kwam ook het aantal gezworenen van acht op vier. Zij vertegenwoordigden de ongebouwde eigendommen. Daarnaast kwam er een gezworene voor de gebouwde eigendommen en een gezworene voor de waterkwaliteit. Beide laatsten vertegenwoordigden het gehele gebied. De algeme ne vergadering bleef uit veertig personen bestaan. De verdeling was voortaan: 24 hoofdingelanden voor de ongebouwde eigendommen (zes per district), acht hoofdingelanden voor de gebouwde eigendommen (twee per district) en acht hoofdingelanden voor de waterkwaliteit (twee per district)82. Voor de verkiezing van hoofdingelanden konden opgaven met kandidaten wor den ingediend. In de meeste gevallen bleef het bij het inleveren van één lijst per district. Vervolgens werden daaruit, in de volgorde van de lijst, een aantal perso nen gekozen gelijk aan hel aantal vacatures. Alleen bij meer dan één lijst en meer kandidaten dan vacatures moesten verkiezingen worden gehouden in het desbe treffende district en dan alleen voor de desbetreffende categorie. Geprobeerd werd door middel van enkelvoudige kandidaatstelling in de vakatures te voorzien. Dit lukte op twee uitzonderingen na. Bij de verkiezingen waren de opkomstper centages laag. Bij een verkiezing voor een hoofdingeland voor de waterkwaliteit in district II in 1977 nam 20% van de stembevoegden aan de verkiezing deel. In 1980 nam bij een verkiezing voor een hoofdingeland voor het gebouwd in district II 16,9% van de stemmers deel. De districtenindeling werd opgeheven in verband met de invoering van de waterschapswet (1994). Per 1 januari 1978 werden de waterkeringen van de calamateuze polders opgehe- 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1996 | | pagina 38