ven als gevolg van het intrekken van de "Wet op de calamiteuze polders in Zeeland van '1870. Voortaan zou het waterschap 60% rijkssubsidie ontvangen in de kosten van het onderhoud van de betreffende gedeelten van de zeewering. Voor buiten gewone werken zou 80% van het rijk en 10% van de provincie ontvangen worden (in 1992 gewijzigd in 60% respectievelijk 30%). Hierdoor verdwenen officieel de besturen van de calamiteuze polders Bruinisse en Burgh en Westland. Het beheer was overigens sinds 1959 een formele aangelegenheid geworden. De algemene vergaderingen van beide polderbesturen werden gecombineerd met die van het waterschap. Na afloop van de algemene vergadering van het waterschap Schouwen-Duiveland, maakte de griffier plaats voor zijn collega van het calami teuze waterschap Bruinisse (S.A. Jumelet). Was deze vergadering beëindigd, dan volgde een nieuwe vergadering van het calamiteuze waterschap Burgh en Westland, met weer een ander op de zetel van de griffier (H.J.A. Blom). Hel dagelijks bestuur van bel Waterschap Schouwen-Duiveland achter de bestuurstafel in de vergader zaal van 's Landskamer, 1975. Van links naar rechts: ir. G.D. Kloosterboer (hoofd van de technische dienstC.D. Gast, J.M. Goemans,der Weduwen gezworenenAM. Geluk (dijkgraaf), JA. Rotte (griffier), J. van derZan.de en PM. Vis. Vooraan: linksJJ. Vasseur (notulist) en rechts S.A. Jumelet (pers). Voorstellen voor een nieuwe waterschapsfusie In 1976 nam de provincie het initiatief om te bezien in hoeverre verdere concen tratie van de Zeeuwse waterschappen gewenst was. De resultaten bleven beperkt tot het samenvoegen van de twee waterschappen op Zuid- en op Noord-Beveland per 1 januari 1980. De provincie nam opnieuw het initiatief tot een discussie over concentratie en stel de in 1981 voor dat ten hoogste drie waterschappen in Zeeland het meest gewenst was. Het Waterschap Schouwen-Duiveland vond dat de provincie te hard van sta pel liep en maakte bezwaar. Opnieuw werd verder gestudeerd op de meest opti male waterschapsstructuur. Gedeputeerde Staten namen nu het standpunt: in dat 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1996 | | pagina 39