heffingen van het waterschap. Voor de zetels kon in beginsel iedereen vanaf "18
jaar zich kandidaat stellen. Elke opgave moest de naam van een kandidaat en van
een plaatsvervanger bevatten. De laatste zou de werkzaamheden gaan vervullen
indien de gekozene zijn zetel niet meer zou kunnen bezetten. Iedere opgave
moest de handtekening bevatten van tien belastingplichtigen of, in het geval van
de categorie ingezetenen, tien kiesgerechtigden. Kandidaatstelling was slechts
voor één categorie mogelijk. De nieuwe verdeling van het aantal zetels in de alge
mene vergadering werd als volgt:
categorie ongebouwd 4
categorie pachters 2
categorie gebouwd 5
categorie ingezetenen 9
categorie bedrijfsgebouwd 5
Deze nieuwe verdeling betekende dat de sector ongebouwd zeer fors moest inle
veren. In mindere mate gold dit voor de sectoren gebouwd en waterkwaliteit. Het
belangrijkste winstpunt was dat alle belanghebbenden gingen meebetalen aan de
taken van het waterschap.
Op 2 maart 1994 werden de verkiezingen gehouden. Dat gebeurde voor heel
Zeeland tegelijk. Voor Schouwen-Duiveland bleven deze beperkt tot drie catego
rieën. Voor de categorie pachters waren geen verkiezingen nodig omdat er even
veel kandidaten als vacatures waren. De opkomst kon goed genoemd worden:
ingezetenen 60%
ongebouwd 53%
gebouwd 46%
Dat gunstige resultaat was in belangrijke mate te danken aan het feit dat deze ver
kiezingen tegelijk werden gehouden met die voor de leden van de gemeente
raad8"'.
De installatie van de algemene vergadering in nieuwe samenstelling op 23 maart 1994.
37