DE DUINEN 'ANNEX DEN LANDE VAN SCHOUWEN' door Frans Beekman Inleiding De kerntaak van het nieuwe waterschap Zeeuwse Eilanden luidt "Weerstaat de kracht van wind en water". Juist in de duinen speelt de wind een belangrijke rol, en aan de buitenkant is de zee die geeft en neemt. Nederland wil meer natuur en dus keek de Rijks- en Provinciale overheid naar de mooiste kust: Texel met haar slufter (een geul door een gat in de zeereep), uitbundig beschreven door Dr.Jac.P.Thijsse. Er werden plannen ontwikkeld voor een meer natuurlijke zeereep. Het eerste voorbeeld in Zeeland, de in de herfst van 1992 gegraven slufter op Neeltje Jans, "sloeg in". Een gemeenteraadslid in Westerschouwen: "De vermaledijde slufter, je moet er niet aan denken dat zoiets op Schouwen komt". Een ander lid van de gemeenteraad zei nog scherper: "Mensen die met dit soort ideeën komen, hebben de ramp van '1953 niet meegemaakt"De dijkgraaf reageerde al wat beschaafder: "Er dient een zodanige beheerssituatie te ontstaan dat sluftervorming wordt voor komen" Het woord slufter dat landelijk een positieve waarde uitstraalt, werkt hier voor velen negatief. Thijsse noemde de slufter op Texel overigens ook een "kunstproduct" ontstaan vóór de in 1630 aangelegde Zanddijk tussen het oude Texel en Eijerland (Thijsse,1946). En dat terwijl in de 17de eeuw de boeren van de Westeren en Oosteren Ban voortdurend een slufter (het Palinxgat) probeerden open te houden terwille van hun afwatering. De slufter op Neeltje Jans in 1993- Foto: F. Beekman. Deze door mensenhand gemaakte opening in de lage zeereep vóór de dijk op de stomwloedkenng maak te vele tongen los en leidde zelj's tot een vraag op hel VWO-examen. 45

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1996 | | pagina 49