Wat deed men in de duinen? Allereerst was er voor de hoge heren (ridderschap) de jacht op edel wild (herten en zwijnen) en het jagen met edele vogels (haviken en valken). De konijnen mochten de boeren langs de duinkant hebben, tenmin ste als ze het duin pachtten, net als een vochtige duinvallei voor beweiding. De keur van '1256 regelde dat als volgt: "Niemant en sal die dunen woesten of die weijde die daar in leghet, met vee noch anderssins, hetne sy by tsgraven oirlove"3. Door overstuiving ging 40 a 50 van de heerlijkheid Van den Duine verloren en dat leidde vermoedelijk tot de splitsing van de heerlijkheid Van den Duine in de Westeren Ban van den Duine, die bij Haamstede kwam, en de Oosteren Ban van den Duine bij Renesse. Na de grote overstroming van 1288 kwam in 1291 een samenwerking achter de duinen in de polder tot stand, die wel het begin van het waterschap Schouwen mag zijn, maar het betrof Schouwen "binnen der Scelveringhe" (Fokker,1883). Buiten deze Schelveringe, een kreek richting Haamstede, lagen de hogere Burgh en Westlandpoider, de binnenduinen van de Westeren en Oosteren Ban èn de bui tenduinen. Zoals in de polder de boeren aangelande waren voor hun dijk, moesten de boe ren langs de binnenduinrand de duinen onderhouden door beplanting. Opvallend is dat in Holland (Delfland, Rijnland.) deze buuitplanting door het achterliggende waterschap werd overgenomen (Postma, 1980). Hier zou echter de gewestelijke overheid in Middelburg ingrijpen en gelden beschikbaar stellen. De verplichte buurtplanting weerhield veel bewoners van de duinkant niet aller lei andere dingen in de duinen te doen. De keuren op de duinen van 1300 (Haamstede) en 1307 (Van den Duine) verbieden een paar zaken die kennelijk veel voorkwamen. "Zoo wie begaen wert in de heyninghe van der duyne met sic- kele, haecken off met houwen" en "wie begaen wert in den duynen met wage- nene ende met paerden ende bevonden wert de duyne roovende"kon rekenen op een boete. De aanwonende boeren trokken met paard en wagen het duin in om helm te snij den voor matten, bindtouw, huisdek en als stalstrooisel. Duindoorn, kruipwilg, brem en els werden gekapt voor brandstof. Zoden werden geslagen en derrie gestoken voor turf. De beste helm groeit in de zeereep. Plet daar snijden van de helm veroorzaakte schade, waar de wind dan verder uitstuivingen veroorzaakte. Ook het stropen werd bestreden, "Zoo wie haesen ofte konynen ofte patrysen Oud cultuurland aan de oppervlakte in de Verklikkerduinen, N.J.N.excursie 1934. Foto: F.ten Kate, coll. F.Beekman. Het 7de bevang van de duinpolder Westeren Ban raakte in de 18de eeuw onder bet duinzand. Door de grote ver stuivingen in hel begin van de 20ste eeuw kwam bel begin jaren '30 op nieuw aan bel daglicht. Duidelijk zicht baar zijn de met zand gevulde greppels met daartussen donker, humeus zand waar archeologische vondsten gedaan werden. Thans ligt daar het zogenaam de Konijnencircus, een dicht begroeide vallei die de laatste jaren gemaaid wordt om er plan ten als Parnassia te behouden. 48

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1996 | | pagina 52