Ook de Nederlandsche Heidemaatschappij drukte in 1892 een krachtig pleidooi af "Over het beplanten van de Nederlandsche Zeeduinen met bosch", het probleem speelde langs de hele Nederlandse kust. In 1905 schreef Roëll; "Toch is de bewus te duinenreeks eene hoogst belangrijke zeewering en haar behoud voor het eiland Schouwen in vele opzichten eene levensvraag" l(\ In juli 1910 schrijft opzichter Koel een rapport en beveelt een blijvende oplossing aan in de vorm van bebossing, want helmbeplanting komt steeds terug. "Bergen zand rollen gestadig verder, van zee af landwaarts in; zij bedekken reeds een groot gedeelte van de voorheen zeer zeker rijk begroeide pannen. Heulen en sleuven van groote diepte, soms bij slechts geringe breedte, geven aan deze duinen een grillig aanzien, iets wat zeldzaam is in ons land" Herhaaldelijk worden de Schouwse duinen in die jaren vergeleken met een kaal maanlandschap als afschrikwekkend voorbeeld. Het slechte beheer door Domei nen wordt als oorzaak aangewezen en veelal worden dan waterleidingduinen als voorbeeld gesteld met een betere plantengroei. De orkaan van 30 september/ 1 oktober 1911 zou leiden tot besluiten over de duinbebossing in "de uitgestrekte zandzeeën van Schouwen" die in 1922 begint. De bekende bosopziener Nico Lysen schreef: "Eigenlijk was dat jammer, niet voor de mensen zelf, maar wel voor het unieke duinlandschap, dat letterlijk op de schop werd genomen en omgevormd tot onnatuurlijke naaldhoutbossen"20In de Tweede Wereldoorlog werd op last van de Duitse overheid in 1942 de aanplant van dennen gestopt. Luchtfoto van de stuivende Domaniate duinen ten westen van Haamstede (1930). colt. Streek- archivariaat Schouwen-Duiveland, Aan de rechterkant de stabiele Zeepeduinen met begroeide vallei en. De rechte streep is de Adriaan van der Weijdeweg die leidt naar bet nieuwe pompstation (geopend 3 juni 1930). Het vastleggen van de duinen in de huidige Bosivacbterij is al begonnen. Het slechte beheer in de 19de eeuw leidde tot "eene alles vernielende verhuizende zandwoestijn". 56

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1996 | | pagina 60