Hetzelfde beeld vertoont uiteraard het verschil in groei in procentpunten.
Zeeuwsch-Vlaanderen ziet in het begin van de jaren tachtig het aantal negatieve
punten ten opzichte van Nederland zeer sterk stijgen. Walcheren, aanmerkelijk
minder negatief vertoont dit beeld sedert medio jaren tachtig. Zuid-Beveland en
Schouwen-Duiveland herstellen zich sinds 1979-
De beroepsbevolking
De ontwikkeling van de beroepsbevolking op Schouwen-Duiveland is sinds 1947
opzienbarend. Sedertdien is de landbouw verder teruggelopen en zijn de dien
stensector en in mindere mate de industrie van betekenis.
1947195019551985
M V T M V T M V 'I' T
Landbouw en visserij 3593 686 4279 3693 716 4409 4300 150 4450 1125 0
Industrie en ambacht 2) 1751 127 1878 1876 137 2013 2620 140 2742 3000
Diensten 2109 1242 3251 2174 1262 3406 1470 970 2440 4850
Totaal 7643 2155 9798 7703 2115 9818 8372 1260 9632 8970
1) Toename door de verbouw van zilveruien. Er werkten 128 personen in de visserij-sector, voorna
melijk in Bruinisse.
2) Inclusief bouwnijverheid. In 1947 betrof dit 850 personen; in 1954 - dijkherstel en wederopbouw
2356; in 1955 was het aantal teruggelopen tot ongeveer 1100; op welk niveau het zich ook in 1980
bevond. Tijdens het hoogtepunt van de uitvoering van de Oosierscheldekering (1984) woonden er
ongeveer 600 hierbij betrokkenen op Schouwen-Duiveland op een totaal van 9400 arbeidskrachten.
3) Waarvan 185 visserij.
Forensisme
Forensisme of pendel is een verschijnsel waarbij de regionaal overtollige beroeps
bevolking elders werk vindt met behoud van de woonplaats, of waarbij mensen
die elders werk hebben hun woonstee verplaatsen. Door de grote (auto)mobiliteit
heeft dit fenomeen zich sterk ontwikkeld. Als gevolg van de huidige korte afstan
den -rond een klein uur- tot Rijnmond vervult Schouwen-Duiveland steeds meer
die functie. In zekere zin is er sprake van suburbanisatie. Ook cle inkomende pen
del ontwikkelde zich, zodat de regionale arbeidsmarkt daardoor werd versterkt.
Dit brengt vestiging van bedrijven binnen bereik.
Vóór de opheffing van het isolement was van dat alles geen sprake. Het was zelfs
niet mogelijk in Rotterdam een avondcursus te volgen.
Zo werkten er bij een totale beroepsbevolking in 1990 van 10.300, 500 mensen uit
overig Zeeland en 740 van buiten Zeeland op Schouwen-Duiveland. Recente cij
fers over de uitgaande pendel voor Schouwen-Duiveland zijn niet beschikbaar; zij
zijn er voor Noord-Zeeland, inclusief Tholen en Sint Philipslancl. De volgende
tabel geeft hiervan een beeld, op grond van cijfers van de arbeidsmarktverslagen.
Ondanks het ontbreken van totale gegevens over de uitwaartse pendel in 1990
getuigen zij van een zeer sterk toegenomen mobiliteit. Met name het pendelsaldo
van 1640 in 1978, dat in 1990 ongetwijfeld hoger zal zijn geweest, is sterk toege
nomen. De uitwaartse pendel buiten Zeeland was in 1978 2060! Maar ook de bin
nenwaartse pendel is omvangrijk: 1300 in *1990. Nogmaals zij benadrukt dat hier
in de ook hoge getallen van Tholen zijn inbegrepen. De indruk bestaat dat het
64