Pendelstromen in Noord-Zeeland
Binnen Zeeland
Buiten Zeeland
Binnen Zeeland
Buiten Zeeland
hier voor elk van de regio's globaal om de helft van de aantallen gaat. Binnen
Zeeland trok alleen Schouwen-Duiveland in 1990 345 mensen van overig Zeeland
aan en 250 van buiten Zeeland van de in totaal 1300. Van de inkomende pendel
balans (630) werkten er 340 in de dienstensector, waarvan 145 in de horeca-sec-
tor en 125 in de industrie- en nutssector.
Landbouw
Bij de beroepstelling in 1947 was 49 procent van de mannelijke beroepsbevolking
op Schouwen-Duiveland werkzaam in de landbouw. Voor Zeeland was dat 38 pro
cent; voor Nederland 21 procent. In de echte plattelandsgemeenten, zoals
Duivendijke en Ellemeet liep dit percentage op tot boven de tachtig. Eind jaren
tachtig waren deze percentages respectievelijk 15, 9 en 7. De situatie waarin de
watersnoodramp van 1953 zich voordeed werd gekenmerkt door een slechte toe
stand van de verkaveling en de ontsluiting en dooi" het overwegend kleinbedrijf,
met name in oostelijk Schouwen en in Duiveland. Met het oog op de gemiddelde
bedrijfsgrootte in 1947 van 13,73 ha (Goeree-Overflakkee 9,36 ha Noord-Beveland
17,62 ha) beval cle Reconstruciecommissie in 1953 een herverkaveling met be-
drijfsgrootte-sanering aan. Het effect op de verkavelingstoestand was overduide
lijk.
De bedrijfsgrootte steeg tussen 1955 en 1987 van 12,4 ha tot 26,3 ha. Het totaal
aandeel bedrijven daalde van 1137 naar 561. De fruitteelt in Westerschouwen nam
af door verclrogingsverschijnselen en de onvoldoende bodemkwaliteit. Zij maakte
plaats voor de recreatie. In dezelfde periode verviervoudigde de tuinbouw, die
thans 13 procent van alle cultuurgrond beslaat, met name in de gemeente
Duiveland. Goeree-Overflakkee had overigens na de Tweede Wereldoorlog ver
geleken met Schouwen-Duiveland een mannelijke agrarische beroepsbevolking
die relatief 2250 groter was, zulks tengevolge van de gemiddeld kleinere bedrijfs
grootte, de aanwezigheid van minder grasland en een arbeidsintensiever teeltplan.
Interessant is nog de afneming van het aantal landbouwhavens, tengevolge van de
groei van hel vrachtautoverkeer. Vroeger werden de suikerbieten deels per tram
naar een haven vervoerd en daar in een binnenschip overgeladen en deels per
tram naar de suikerfabriek te Steenbergen vervoerd. Schouwen-Duiveland be
schikte vóór 1953 over 14 landbouwhavens, vaak alleen bij hoogtij toegankelijk.
Bij de reconstructie zijn er slechts enkele goed toegeruste overgebleven.
65