Samenvatting
Het grote keerpunt in de sociaal-economische ontwikkeling van Zeeland -ook van
Schouwen-Duiveland- is 1953, het jaar van de watersnoodramp. Het reconstruc
tierapport, in zeven maanden opgesteld door vele specialisten, behelsde een plan
tot herstel en sanering van de sociaal-economische structuur, het maatschappelijk-
culturele leven en het landschap. Vóór of na 1953: dat is de kwestie.
Het rapport had als voornaamste thema de opheffing van het isolement. De ken
tering in de fysisch-geografische structuur gaat diep doorwerken in de sociaal-eco
nomische structuur. Populair gezegd kan men zich afvragen of de Zeeuwse
(schier-)eilanden economisch wel bij elkaar hoorden en kan men stellen dat de
verbindingen met de Randstad als zwaartepunt van de economie óf lang en tijd
rovend waren óf gebrekkig. Na de overbrugging van de zeegaten is dit in zijn
tegendeel verkeerd, behoudens de verbindingen van Midden-Zeeland van en naar
Zeeuwsch-Vlaanderen. Op deze manier is, zonder de vaste Westerschelcle-oever-
verbinding, de omvorming van geheel Zeeland van perifeer naar intermediair
gebied tussen Holland en de Vlaanderens niet voltooid. Pas dan kunnen
Middelburg/Vlissingen, Zierikzee, Goes en Terneuzen van die positie goed pro
fiteren.
Een en ander is aan te tonen met de groei van het inwonertal. Dit kengetal geeft
aan hoe het economische leven zich heeft ontwikkeld, maar ook welke (arbeids)-
potentie de regio heeft. De tendens in het laatste decennium is dat het zwaarte
punt van de groei zich verplaatst naar het noordoosten, Zuid-Beveland en eniger
mate Schouwen-Duiveland. Gezien de verbeterde verkeersverbindingen naar het
noorden, dus aan de zich versterkende noord-zuid as, ligt dit in de lijn.
Geografisch gezien verdwijnt de interruptieve werking van de Zeeuwse stromen.
De Randstad groeit als het ware naar het zuiden. Na voltooiing van de vaste
Westerscheldeverbinding (WOV) wordt Zeeland eerst duidelijk van perifere tot
intermediaire zone. Pas dan horen de Zeeuwse "eilanden" goed bij elkaar. Dit laat
ste geldt extern naar de Vlaanderens toe, maar ook intern als er één mobiele
arbeidsmarkt en één pendelgebied ontstaat, de recreatie-gebieden gaan samenho-
ren, nieuwe werkgelegenheid zich zal aandienen en er een sociaal-culturele een
heid (gezondheidszorg, sport enz.) groeit.
De ontwikkeling van verschillende bestaansbronnen op Schouwen-Duiveland laat
zien dat de landbouw fors gesaneerd is, hoe de recreatie nog (vooral kwalitatie
ve) mogelijkheden biedt, en de (bescheiden) expansie van de industrie- en dien
stensector aan de orde is. Het Bureau Bedrijfs Contact Zeeland-Noord kan hierbij
niet worden gemist, zowel op het terrein van de aquisitie als op dat van het opstel
len van economische ontwikkelingsplannen. De verstedelijking -Zierikzee- is
belangrijk omdat deze steeds meer de regie van de regionale ontwikkeling zal
dragen. Met de uitvoering van de WOV kan Zierikzee propagandistisch zijn voor
deel doen als een balkon van de Randstad.
Het verkeer is hiervoor een duidelijk signaal. De Oosterschelde -in '1965 gepas
seerd door 385 auto's per dag overschrijdt veruit het verkeer over de Wester-
schelcle. De Zeelandbrug is intussen tolvrij, terwijl de tollen op de Westerschelde-
veren bijvoorbeeld tussen 1966 en 1989 bijna verdrievoudigden.
De vorming van één gemeente op Schouwen-Duiveland en één waterschap van
Noord- en Midden-Zeeland draagt zorg voor sterk bestuurlijke draagvlakken.
De steden in Zeeland, waaronder Zierikzee, doen er goed aan een gezamelijk
onderzoek in te stellen naar de taken die zich aandienen.
73