van cle bestuurlijke situatie; de aanpak van problemen en de bepaling van priori
teiten komt anders te liggen (Dijkink Groenendijk 1990). Bij schaalvergroting
van overheden is vaak sprake van emotionele discussies, die gevoed worden door
verschillen in lokale cultuur. Ook bestaat er een bredere maatschappelijke discus
sie over schaalvergroting en de menselijke maat, zowel met betrekking tot over
heden (zie bijvoorbeeld Fortuyn 1995), als de gebouwde omgeving (zie bijvoor
beeld Verbaan 1995).
Indien we de fusie van het waterschap Schouwen-Duiveland en de andere water
schappen tot het waterschap Zeeuwse Eilanden onder de loep nemen, dan is hier
sprake van elementaire schaalvergroting. Het waterschap als voorziening, het cen
trale apparaat, concentreert zich in Goes. Van eilandelijk georganiseerde water
schappen gaat men over naar een ruimere regionale schaal. De argumenten -zoals
verwoord in Koers 2000- zijn vooral van financiële aard, maar het gaat ook om
bestuurskracht, om het bieden van 'voldoende tegenwicht aan andere overheden'.
Toch rept Koers 2000 ook over mogelijke nadelen. Niet alle waterschapstaken
worden gekenmerkt door dezelfde optimale schaal. Zo wordt onderkend dat voor
al het kwaliteitsbeheer vraagt om schaalvergroting. Schaalvergroting kan boven
dien afbreuk doen aan de betrokkenheid van de bestuurden bij het bestuur. Dit
aspect van de relatie bestuur - omgeving vraagt vanwege de eilandstructuur om
bijzondere aandacht. De naam van het nieuwe waterschap -'Zeeuwse Eilanden'- is
in dit verband overigens goed gekozen. De gevoerde discussie over het: instellen
van afdelingen of districten komt voort uit de bezorgdheid voor de relatie tussen
bestuur en bestuurden.
Figuur 2. De relatie lussen cle aanwezigheid van 5 soorten dagelijkse voorzieningen en het inwonertal
van de 120 nederzettingen in Zeeland in 1985 (links) en 1993 (rechts).
De schaalvergroting van de waterschappen op de Zeeuwse eilanden staat overi
gens niet op zichzelf. Er is vrijwel gelijktijdig op Schouwen-Duiveland en ook
elders in Zeeland een gemeentelijke herindeling gaande. Ook voor andere maat
schappelijke organisaties is op het Zeeuwse platteland sprake van schaalvergro
ting.
Gelet op de aanwezigheid van een basisschool, een levensmiddelenwinkel, een
huisarts, een postvoorziening, en een bibliotheekvoorziening zouden in de perio
de 1985-1993 de nederzettingen in de provincie Zeeland tot 5.000 inwoners te
maken hebben gehad met hel verdwijnen van een of meer van deze voorzienin
gen. Ook in de sfeer van de ziekenhuisvoorzieningen en het voortgezet onderwijs
is in die periode in Zeeland sprake van schaalvergroting (Thissen 1995).
77