Tientallen jaren lang vormde het terrein het decor voor een geliefde speelplaats- voor de kinderen uit de kinderrijke buurten zoals het Havenkwartier en de Scheepstimmerdijk. In 1966 werd de firma Kosters aangeschreven door de eigenaar van het terrein, de heer P. Ribbens, om de oude materialen te verwijderen en het terrein schoon te maken. Voor de beide mijnen werd een uitzondering gemaakt, zij bleven op het terrein achter. In begin november 1969 haalde de handelaar in oud ijzer. Cees Snijders, een van de mijnen ongevraagd weg. Hij wilde de mijn zelf behouden en vervoerde het ding met behulp van een kennis naar een door hem gepacht weilandje ten oos ten van de Rooms Katholieke begraafplaats. Op de morgen maandag van 17 november 1969 vervoegde Snijders zich op het kantoor van de firma Thermecon aan de Engelse Kade met het verzoek de twee de mijn te mogen meenemen. Daar kreeg hij te horen dat de firma niets met de mijn van doen had en derhalve geen toestemming kon geven. Snijders vertrok met de mededeling 'dan zd'k wè zie'. Vervolgens laadde hij de mijn evenals de vorige keer met behulp van de kennis op een kar, getrokken door een pony en vertrok richting Gravenstraat naar het terrein van de schroothandel Groenleer. De tocht ging dwars door de Zierikzeese binnenstad van de Zuidhoek naar het bedrijf aan de Gravenstraat. Tijdens deze tocht viel de mijn enkele malen van de wagen en werd een langdurige pauze gemaakt bij het Duivelands Koffiehuis aan het Kraanplein. Paard en wagen inclusief de mijn bleven gedurende die tijd onbeheerd achter. Aangekomen bij de firma Groenleer werd de mijn van de kar geladen en voor 20,00 verkocht. De explosie In de buurt, waar de mijn was gelost waren enkele werknemers van de firma Groenleer aan het werk. Eén van hen, de heer J.W. Roggeband was bezig met een snijbrander stukken oud ijzer door te branden. Men sloeg echter geen acht op de mijn, men was ervan overtuigd dat deze onschadelijk was gemaakt en der halve geen gevaar kon opleveren. De rondspattende vonken van de snijbrander vielen op en om de mijn. Op een gegeven moment hoorden de werklieden een sissend geluid, een waarschuwing om zich uit de voeten te maken. Juist op tijd om hun leven te red den! Enkele seconden later om circa 11 uur 25 ontplofte de mijn en werd de Zierikzeese gemeenschap opgeschrikt door een enorme knal en een gedeelte van de bebouwde kom van Zierikzee wercl door een ramp getroffen. Metselaar Izaak van der Male was op het moment van cle explosie op circa 60 meter afstand werkzaam aan een rioolput langs de Laan van St. Hilaire. Hij vertel de 'k 'Oorde 'n rotklap, 'k zag 'n vuulbruune rookpiuume nae boove gae, dook in de pit, in toen nae 'n ieseleke stilte 'n 'els kebaol veroorzaekt den 'n reegen van dekpannen in andere rommel". Ook het personeel van de firma Thermecon werd door de explosie opgeschrikt en iemand riep "Daargaat Snijders met z'n mijn". Bijna iedereen in Zierikzee die de explosie meemaakte, weet zich nog steeds te herinneren wat hij of zij deed op het moment van de grote dreun! Direct na de explosie werd. bij alle in aanmerking komende instanties groot alarm geslagen. De rijkspolitie, brandweer, Rode Kruis, en vertegenwoordigers van de gemeentelijke diensten waren spoedig ter plaatse, waardoor de hulpverlening 105

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1997 | | pagina 107