Nog dezelfde middag werd de Hulpverleningsdienst (voormalige Mijnopruimings- dienst) te 's Gravenhage ingelicht. Van verschillende zijde werd hulp aangeboden. Het Leger des Heils bood onder dak aan. Majoor Bora van de Districts Rijkspolitie deelde mee indien nodig extra manschappen van de technische recherche en een peloton Mobiele Eenheid ter beschikking te willen stellen. De commandant Bescherming Bevolking Goes deelde mee 40 hulpverleners achter de hand te hebben. Schildersbedrijf Van der Zelm uit Rotterdam bood personeel en glas aan. In de loop van de avond brachten de minister van Binnenlandse zaken mr. Beernink, de Commissaris van de Koningin in Zeeland mr. Van Aartsen en de chef van de Provinciale Civiele Verdediging de heer Huijskens in gezelschap van burgemeester Kastelein een bezoek aan het rampgebied en spraken met de getroffenen. Mevrouw Clerx uit Gravenstraat nr. 8 vertelde het gezelschap dat zij die dag jarig was. (Op donderdag 20 november ontving zij een taart van minister Beernink.) Tijdens een daaropvolgende bijeenkomst in het stadhuis gaf burgemeester Kastelein een voorlopig overzicht van de schade. Circa 300 huizen waren in meer of mindere mate beschadigd. Vijf mensen waren licht gewond. "Na energiek werken op cle eerste dag was het mogelijk dat de mees te bewoners voor de nacht hun huizen konden betrekken Slechts een drietal gezinnen moest elders worden ondergebracht. De minister zegde toe. dat het Nationaal Rampenfonds de schade voor haar reke ning zal nemen. Staande de vergadering werd de vice-voorzitter van het Nationaal Rampenfonds, dr. L.J.M. Beel telefonisch van de ramp op de hoogte gebracht. Hem zou zo snel mogelijk een voorlopig schaderapport worden De Mark XVII, een vergrote versie hel gear ceerde gedeelte) van de langzaam werkende contact mijn type IIII met zuurgevulde trilhoornsmet een actieve lading van 220 kg springstof (Navel weapons of world war two). SWITCH MOKN 108

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1997 | | pagina 110