a. indien de herslelkosten niet meer dan f 2.000- bedragen het bedrag van de genoemde herstelkosten; b. indien de goedgekeurde herslelkosten meer dan f 2.000- bedragen wordt de vergoeding gesteld op f 2.000- vermeerderd met 90 ten honderd van hetgeen die kosten meer dan f2.000- bedragen. Verder werd meegedeeld dat na ontvangst van de rekeningen zo spoedig moge lijk een voorschot van 90% van de goedgekeurde kosten zal worden uitbetaald. Zodra de rekeningen akkoord zijn zal een definitieve afrekening volgen. Tot slot werd het bedrag van de getaxeerde schade vermeld. Een probleem vormde de vergoeding van de schade van circa 49.000- aan de woningwetwoningen van Beter Wonen. Het Nationaal Rampenfonds en het ministerie van Binnenlandse Zaken waren niet bereid deze schade te vergoeden. Eenzelfde beslissing werd genomen door het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Het ministerie was van mening dat de schade kon worden betaald door een beroep te doen op de risico-reserves van de betrokken woningen en eventueel op de risico-reserves van andere objecten. Tevens moest worden bezien wat in het kader van het normale onderhoud kan worden afgeboekt. De gemeente had reeds een voorschot van ƒ40.000- aan Beter Wonen uit betaald. Het terugvorderen van dit bedrag door de gemeente had een hevig protest van de zijde van het bestuur van Beter Wonen tot gevolg. Het bestuur sprak van ongelijke behandeling. Het gemeentebestuur raadde het bestuur echter aan om zich bij de beslissing van het ministerie neer te leggen. In totaal werden de volgende bedragen ontvangen: Nationaal Rampenfonds huisraadschade: 33.665,26 Immateriële schade en noodherstel: - 6.396,66 Schade auto's: - 1.600,80 Onroerend goed: - '156.574,72 Bedrijfsschade: - 2.743,72 Giften: - 24.590,85 Totaal: 225.572,01 Uitgekeerd werden de volgende bedragen: Levensmiddelen: 1.268,08 Onkosten gemeente: - 3-941,86 Schade-uitkeringen: - 194.782,11 Totaal: 209-992,05 Batig saldo: 15.579,96 Aanvankelijk stelde het gemeentebestuur voor dit batig saldo ten gunste van het sportcentrum "Onderdak" te besteden. Een notitie van de gemeentesecretaris bracht het college echter op andere gedachten. Hij stelde dat het geld geschonken was ten gunste van de inwoners 114

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1997 | | pagina 116