In het verlengde van de Oude Haven bestaat, naast de zo goed als zeker al lang voor 1220 afgedamde kreek in het westen, een tweede noordelijke tak, de Schuithaven. Dit water zal als spuikanaal hebben gefungeerd, met daarin de in 1220 genoemde grafelijke watermolens: één ter plaatse van de straat die nog tegenwoordig de Watermolen heet, en een tweede vermoedelijk een stuk zuidelijker bij de Mol.30 Beide zullen in gebruik zijn geweest als korenmolen/1 Waar in 1220 het molenwater heeft gelegen is niet helemaal zeker; misschien nog deels binnen de latere stadsgracht ter hoogte van de Zwemhaven en omgeving. Het lijkt niet onmogelijk dat het dijkje dat gelopen heeft langs de Hofferstraat - eerder genaamd de Poppemeet32 - een onderdeel is geweest van de dijk rond het molenwater/3 Wanneer Zierikzee in 1203 en 1220 'portus' en 'porth' wordt genoemd, hetgeen, althans waar het de economische functies van de plaats betreft, wijst op een ste delijke ontwikkeling, dan is het de vraag hoe lang die ontwikkeling al gaande is. Ik vermoed tenminste sedert de eerste helft van de 12e eeuw. Eigenlijk is er daar voor maar één aanwijzing, namelijk het feit dat bij opgravingen in 1979 gebleken is dat rond 1150 ter plaatse van de huidige kerk een nieuwe zeer grote tufstenen parochiekerk is gebouwd. Zoals Halbertsma en Palmboom willen zal deze bouw Zierikzee. overzicht. (Naar: Henclerikx, Bedelorde)/kloosters, 69.) zijn gesteund door de graaf, die op die manier het belang van Zierikzee als gra felijk centrum kan hebben willen accentueren/" De opvallende grootte van de kerk betekent echter tevens dat rond 1150 ook het aantal parochianen dat onder deze kerk ressorteert heel aanzienlijk moet zijn geweest. Gaat men er dan met Ellen Palmboom vanuit dat de parochie Zierikzee in die tijd niet groter is dan het latere stadsambacht, aangezien de parochies Brijdorpe en Kerkwerve reeds van de oerparochie Zierikzee zullen zijn afgesplitst35, dan kan het niet anders of Zierikzee moet midden '12e eeuw een plaats zijn met een flink aantal inwoners. Het wordt dan wel heel aannemelijk dat in die tijd de ontwikkeling van Zierikzee 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1997 | | pagina 12