gebouwd, waarschijnlijk daar waar ook later de vleeshal staat, direkt naast het stadhuis in de Meelstraat. Het oude vleeshuis heeft daar vermoedelijk niet ver vandaan gestaan. Volgens de oorkonde van 1248 wordt het samen met de er tegenaan gebouwde kleine huisjes ('camerae') zowel aan de voor- en de achterzijde begrensd cloor straten; kennelijk twee niet ver uit elkaar gelegen evenwijdige straten, hetgeen zo goed als zeker wijst naar de Meelstraat en omgeving.* Eveneens in dit stadsdeel, bij het kerkhof van de parochiekerk, schenkt graaf Willem III in 1309 een stenen huis aan zogeheten Lombarden, Noord-Italiaanse bankiers die zich vooral in handelsnederzettingen vestigen. Dit Lombardhuis heeft waarschijnlijk gestaan aan de Noordzijde Kerkhof, aan de achterzijde doorlopend tot aan het thans verdwenen Oude Lommerstraatje.w Een duidelijk stedelijk element is ook de in de grafelijke rentmeestersrekening over 1318/19 genoemde grafelijke lakenhal op cle hoek van de Varremarkt direkt ten noorden van de kerk.6" Te zamen lijkt het erop dat het grafelijk centrum en het oudste deel van de stedelijke nederzetting zich bevinden langs de haven en op de grote kreekrug die de stad van oost naar west doorsnijdt. Relatief jonger is waarschijnlijk de bewoning langs de noordelijke kreekarm, waar Zieiïkzee, 13e-'l6e eeuw. Openbare gebouwen en kloosters. (Naar: HenderikxBedelorden kloosters, 73) straatnamen voorkomen als Verrenieuwstraat en landelijke namen als Hem, wat zoiets betekent als een aan water gelegen stuk land, in dit geval een strook land langs de Schuithaven. In diezelfde richting wijzen ook namen samengesteld met 'meet', dat meestal hooiland of weiland, soms ook akkerland betekent en dat voorkomt in de namen Koppemeetstraat en Poppemeet, nu beide de Hofferstraat.6' De namen Slabberswerf in het noordwesten van de stad, en 's-Heer Dierikswerf bij de Manhuisstraat ten zuiden van de centrale kreekrug, wijzen op verhoogde woonplaatsen van bij naam genoemde, mogelijk adellijke personen. Aan de 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1997 | | pagina 16