aan de diverse huiserven die de graaf later blijkt te bezitten en aan publieke gebouwen zoals het vleeshuis, heeft hij voor zich behouden. Maar beide, zowel het bezit van burgers als dat van de graaf behoren tot de stadsvrijheid, in de oor konde van '1248 door de graaf als stadsheer met recht 'onze vrijheid' genoemd. Het is dan begrijpelijk dat wanneer de graaf later alsnog iets van zijn bezit aan particulieren verkoopt, uitdrukkelijk wordt bepaald dat dat goed niettemin tot de stadsvrijheid zal blijven behoren. Het waarborgt de integriteit van cle stadsvrijheid en is in verband met beclevrijdom ongetwijfeld ook in liet belang van de koper. Welk gebied precies tot de Oude Poort heeft behoord blijft onzeker. Ik neem aan dat in ieder geval de Meelstraat en de Poststraat Poortstraat!) met omgeving evenals de bebouwing langs de haven er toe hebben behoord. Anderzijds heeft het zuidoosten van de stad dat in 1368 Nieuwe Poort wordt genoemd er zeker geen deel van uitgemaakt.8'5 De rentmeestersrekening van 1340 noemt naast de Oude Poort en het goed van Costijn van Renesse nog een paar andere bedevrije locaties die in die tijd eveneens zo goed als zeker binnen de stad liggen.85 Allereerst 6 gemet die cle predikheren 'bezeten hebben' - dus kennelijk niet meer bezitten; kan het hier gaan om de aan het kloosterterrein grenzende grond waarop de Nieuwe Poort wordt gebouwd? -, verder 3,3 gemet van heer Willem Hallinch, edelman en ambachtsheer in Kerkwerve,86 en tenslotte 15 gemet huiserven 'in die pord' van een aantal lieden, ongetwijfeld eveneens edelen. Onder deze laatsten worden een Slabbard en een Dire van den Moergorse genoemd, namen die associaties oproepen met de toponiemen Slabberswerf in het noordwesten van de stad en Heer Dierikswerf bij de Manhuisstraat.87 Deze terreinen beslaan samen met de Oude Poort en het goed van Costijn van Renesse 87,5 gemet. Rekent men het gravenhof, dat in de rekening van 1340 niet wordt genoemd, mee, dan komt men in totaal in cle buurt van cle ca. 100 gemet van het stadsgebied binnen cle stadsgracht.88 Localiseerbaar zijn cle meeste van deze terreinen niet, maar voor ons is het voldoende om te zien dat de stadsvrijheid in het verleden etappegewijs moet zijn uitgebreid. Bovendien kunnen wij vaststellen dat er in 1340 binnen de stedelijke versterking en binnen de stadsvrijheid van dat moment diverse edelen gegoed zijn en hoogstwaarschijnlijk ook wonen; iets dat ook in de 13e eeuw het geval zal zijn geweest. De versterking van cle stad Tenslotte nog één probleem: wanneer en hoe is Zierikzee versterkt? In de ogen van veel mensen is een middeleeuwse stad niet compleet wanneer hij niet omgeven is door een gracht met een muur of een wal. Toch zijn er steden die nooit bevest zijn geweest, en bovendien zijn heel wat steden relatief laat versterkt. Zo wordt Middelburg waar de stedelijke ontwikkeling toch al in cle '11e eeuw op gang komt vermoedelijk pas rond 1250 versterkt. Tot die tijd vormt alleen de laat-9e-eeuwse ringwalburg in het midden van de stad een toe vluchtsoord in tijden van gevaar.89 En ook Dordrecht, waar het begin van cle ste delijke ontwikkeling zeker uit de 12e, zo niet de late 11e eeuw dateert, wordt pas in de jaren 1271-1285 bevest, ongeveer in dezelfde tijd waarin dat ook in Haarlem gebeurt.90 Binnen Zierikzee is het Gravenhof misschien eerder versterkt clan de stad, al is dat tot nu toe niet echt aangetoond. Van cle stad. zelf weten wij zeker dat zij door een gracht en een muur omgeven is wanneer zij in 1303 en 1304 belegerd wordt 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1997 | | pagina 21