(Scbouwen-Duivelcincl) 1986, 35-58, m.n. 39, dat in de grafelijke rentmeestersrekening van 1318/19 wel degelijk sprake is van twee watermolens in Zierikzee. Hamaker, Rekeningen Zeeland, dl. 1, 103. 31. Ten aanzien van één molen blijkt dit in ieder geval in 1322. wanneer graaf Willem III deze aan de stad verpacht; F. van Mieris (ed.), Gr -ooi charterboek der graaven van Holland en Zeeland en bee- ren ran Vriesland4 dln. Leiden 1753-1756, dl. 2, 249 (daar ten onrechte gedateerd in 1321). 32. I-I. Uil, De Zierikzeese straatnamen. Alphen aan den Rijn 1986, 46. 33. Henderikx, Bedelordekloosters. 71 kaart XI. Kuipers, Zierikzee op terpen gebouwd?, 29 (afbeel ding), 30, is dezelfde mening toegedaan. Overigens verschil ik met Kuipers van mening waar hij veronderstelt dat het dijkje ooit deel heeft uitgemaakt van de stadsversterking. Zie hierna blz. 19 en 20. In 1322 verpacht graaf Willem III aan de stad één watermolen met het watermolenland: zie hiervoor noot 31. Men mag hieruit afleiden dat binnen de veronderstelde ringdijk rond het molenwater zich naast het bassin ook. misschien periodiek onder water staand (weiMand heeft bevonden. Volgens de grafelijke bederekening van 1340 beslaat het molenwater - vermoedelijk inclusief de molenwaterlanden - een oppervlakte van maar liefst 53 gemet (ca. 21 ha). Hamaker, Rekeningen Zeeland, dl. 2, 77. Overigens is de stad in de 14e eeuw reeds bevest volgens het hui dige tracé. Het molenwater met molenwaterlanden zal in die tijd geheel buiten de stadsgracht hebben gelegen. Zie hierna blz 20. 34. H. Halbertsma, De vermeende centraalbouw der Sint-Lievenskerk te Zierikzee. Kroniek van bel land ran de zeemeermin (Scbouwen-Diaeeland) 9 (1984), 39-54. m.n. 43-49; Palmboom, Kapittel ran Sintjan. 376. 35. Palmboom. Kapittel ran Sint Jan, 37-i-375, 3~9; Palmboom, Parochiestichting. 14. Brijdorpe en Kerkwerve zijn op hun beurt de moederkerken van een groot aantal parochies in het oosten van Schouwen. 36. Zie hiervoor noot 11 en de daar genoemde literatuur. 37. Vgl. voor het begin van stadsontwikkeling van Middelburg: Henderikx, Ringwalburgen, 104-106. 38. Koch, Kruisheer, OblZ, dl. 3, nr. 1220. 39. De handelscontacten met Engeland zijn ongetwijfeld ouder, maar voor de voorafgaande periode ontbreken eenvoudigweg de gegevens. 40. Koch. Kruisheer, OIIZ, dl. 3, nrs. 1575. 1577. 41. H.J. Smit (ed.). Bronnen tol de geschiedenis ran den bande! met /ingeland. Schotland en Ierland. 2 dln.. 's-Gravenhage 1928 (Rijks Geschiedkundige Publicatiën, grote serie 65, 66). dl. 1. nrs. 8i, 87, 88, 93, 96, 109. 123, 126, 129. 42. H.J. Smit, Handel en scheepvaart in het Noordzeegebied gedurende de 13e eeuw. Bijdrage tot de kennis van de opkomst van den Hollandschen en Zeeuwschen handel, in: Bijdragen voor Vader/aridscbegeschiedenis en oudheidkunde VI-7 (1928). 161-204; H.P.H. Jansen, Handel en ver keer in de late middeleeuwen, in: W.J. Alberts, H.P.H. Jansen, J.F. Niermeyer. Welvaart in wor ding. 's-Gravenhage 1977 (2e druk). 72-215, m.n. 180-187; D.E.H. de Boer, Florerend vanuit de delta. De handelsbetrekkingen van Holland en Zeeland in de tweede helft van de dertiende eeuw, in: D.E.H. cle Boer. E.H.P. Cordfunke. FI. Sarfatij (red.). Wi Florens. De Hollandse graaf Floris Vin de samen lering van de 13e eeuw, Utrecht 1996, 126-152, m.n. 128-131, 139-147. Vgl. voor een schematisch overzicht van de gegevens in de Engelse rekeningen: Henderikx, Bedelordekloosters, bijlage lil, 201-202. 43. Koch, Kruisheer, QHZ, dl. 3. nr. 1412. 44. Van den Bcrgh, OHZ, dl. 2. nr. 672. 45. J.F. Niermeyer (ed.). Bronnen voorde economische geschiedenis ran het Beneden-Maasgebied, dl. 1. Rijks Geschiedkundige Publicatiën, Grote serie 127. 's-Gravenhage 1968, nr. 169. Eerder, in 1297. geeft graaf Jan I aan Zierikzeese burgers enkele voorrechten in het wisselverkeer te Dordrecht, waarbij tevens hel in 1290 door Floris V gegeven privilege wordt bevestigd, waarin Zierikzeese poorters met hun goederen worden vrijgesteld van alle grafelijke tollen. Van den Bergh, OHZ. dl. 2. nr. 686. 46. Koch. Kruisheer, OHZ, dl. 3, nr. 1754. 47. Koch, Kruisheer, OHZ. dl. 3, nr. 1554 48. Van den Bergh, OHZ, dl. 2. nr. 474; Nienneyer, Bronnen Beneden-Maasgebied. 113- 49. Hamaker, Rekeningen Zeeland, dl. 1, 106: van der wanthallen. die stait tot Zerixee ant marctvelt. van 20 vaken, daer elc vac of ghelt 8 sc. sjaers payements van Zierixee, 50. Koch, Kruisheer, OHZ. dl. 3, nr. 1554. 51. Koch, Kruisheer, OHZ. dl. 3. nr. 1681, par. 6. Het Zeeuwse laken wordt hierin slechts half zo zwaar belast als het Vlaamse en Brabantse laken. 52. Van Mieris, Groot charterboek, dl. 2, 46. 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1997 | | pagina 25