Schema van de leenverhoudingen
KONING (KEIZER)
in Zeeland, Na 1323 was Zeeland
van het Duitse Rijk
bewesten Schelde geen leei
van
leenheer van:
Vlaanderen meer, maar formeel
een direct leen van de
Duitse koning.
leen:
een:
andere
Graafschap Holland
"Rijks-Vlaanderen"
lenen
(vanaf 9e eeuw) en
o.a. Zeeland bewesten
zoals
Zeeland beoosten
Schelde (1012-1323)
Gelre,
Schelde (vanaf 10e eeuw)
eenman:
Sticht
leenman: graaf van
Holland
graaf van Vlaanderen
enz.
leenheer van:
eenheer van:
leen:
leen:
leen: leen:
andere
een:
andere
Heerlijkheid
ambacht in
ambacht in ambacht op
lenen
Zeeland bewesten Schelde
lenen
Voorne
Haamstede
Ellemect Duiveland
eenman:
leenman:
leenman:
leenman: leenman:
graaf van Holland
heer van
Heer van
Wayn Willem
(tot 1323)
Voorne
Haamstede
Rissenzn. Janszn.
eenheer van:
leenheer van:
leen:
leen:
andere
leen:
andere
grond op
grond op
lenen
ambachten op o.a.
lenen
Schouwen
Duiveland
Zuid-Beveland.Walcheren
leenman:
leenman:
eenman:
o.a.:
o.a.:
lieer van Borsele
Matthijs
Willem
Rengerszn.
Janszn.
slechts deze zaken is bij de uitvaardiging van een nieuwe keur in 1328 komen te
vervallen." De schepenen waren afkomstig uit de bevolking en vormden, onder
leiding van de ambachtsheer, de rechtbank. Behalve dat de 'vriend' verplichtin
gen had, had de ambachtsheer die volgens de keur van Floris de Voogd ook: als
een onedele iemand doodsloeg, moest de heer betalen als de misdadiger dat zelf
niet kon.
Er was sprake van verschillende regelingen per stand. Zo waren bijvoorbeeld de
boeten verschillend. Een edelman iets aandoen kostte steeds vier keer zoveel in
vergelijking met een niet-edele. In geval van doodslag van een nobiliseen edel
man, verbeurde men 90 pond,1' wat een enorm bedrag moet zijn geweest. De
goederen van de misdadiger kwamen dan ook nog eens in 's graven genade, dat
wil zeggen dat deze ze geheel of gedeeltelijk kon confisqueren. Dan was het
verwonden van een edelman aan zijn hoofd goedkoper: "Eens edels mans inke
int heersenbeckin, die men sniden moet, salmen ghelden III lib.; eene inke die
niet en es dore theersenbeckijn salmen eenen edelen man ghelden XL s.; elke
beeninke salmen ghelden IIII vleeschinken". Vrij vertaald komt dit neer op het
moeten betalen van een vergoeding van drie pond (libra) als men een edelman
aan zijn schedel zodanig had verwond, dat er een chirurgische behandeling
nodig was. Als de verwonding niet door het bot heen was, gold een bedrag van
twee pond (40 schellingen). Een 'inke' is een verwonding en ook een maat voor
30