nog 30 gemeten heeft weten te bemachtigen. Vader Clais GeJemanszoon zou dan in elk geval vier maal 92 gemeten, 121 roeden hebben bezeten, een ambacht van 369 gemeten en 184 roeden, waarvan 60% vrij was. De vier broers waren tevens leenman van de heer van Voorne voor ieder 23 gemeten grond.-8 Deze 100 gemeten zullen dus ook wel van hun vader zijn geweest. De aanzienlijksten We hebben op Schouwen in 1339 elf en in '1340 twaalf families gevonden met een ambachtsbezit van meer dan 250 gemeten. Op Duiveland waren dat er, zonder de broer van de graaf, respectievelijk drie en vier. In de tabel worden deze families met hun eventueel verspreid liggende ambachten op een rij gezet. .V oud a m, a r e d. L c j> Kaart Schouwen ontleend aan Geschiedkundige atlas eau Nederland. Holland. Zeelanden Westfriesland in 1300. blad VI, Zeeland in '1300. 's Gravenhage 1916. De vraag of deze - in totaal zestien - families ook verder enigszins bekend zijn, hebben we al gedeeltelijk proberen te beantwoorden. Een aardige proef op de som is een vergelijking van deze zestien met de namen van de leenmannen die samen met de graaf en de burggraaf de nieuwe keur voor Zeeland beoosten Schelde in 1328 hebben vastgesteld.-"' We volgen de lijst in de aanhef van die oorkonde en geven aan over hoeveel gemeten men ambachtsheer was in 1339 of 1340. Het sterretje geelt aan of de desbetreffende persoon de keur heeft mede- bezegeld. Deze heren waren blijkbaar het belangrijkst; wellicht hadden de anderen geen eigen zegel. Florens van Haemstecle. Samen met zijn broer Arnoud 5502 gemeten op Schouwen en '1057 gemeten op Duiveland, in 1339. Gillys Bouclijnssone. 470 gemeten in Kerkwerve en Brijdorpe, in 1339. Clays Rengh&rssone. Samen met zijn broer Matthijs 1780 gemeten op Schouwen, in 1339. Jan Wissensone van Bordenclamme. Ambachtsheer op Noord-Beveland, 755 gemeten in 1332; rentmeester van beoosten Schelde. Zijn zoon. Symon had 209 gemeten in Quaelambacht in 1339- Bollard Bullairdssone. 438 gemeten in Haamstede, in '1340. 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1997 | | pagina 42