Jan Symonssone van sheren Allardskerke. Zonder de plaatsaanduiding: 671 gemeten in Brijdorpe en Haamstede, in 1340. Wouter sheren Waddijnssone. 300 gemeten in Brijdorpe en Kerkwerve, in 1339. Boudijn sLoperssone. '147 gemeten in Brijdorpe, in 1339. Clays Hallingssone. In 1340 circa 103 gemeten, maar in 1339 samen met zijn twee broers 393 gemeten in Kerkwerve. Grainoc Jacobssone. In 1340 vermeld als Craenioch tser Jacops, met '152 gemeten in Zuiclland en Kerkwerve. Jan Corthalssone. 227 gemeten in Zuidland, in 1339. Rengher Heynensone. 189 gemeten in Haamstede en Burgh, in 1340, maar samen met zijn broers 2ó2 gemeten. Hij was schout in zijn eigen belangrijkste ambacht in Zegambacht. LoiperJanssoneZijn kinderen hadden 405 gemeten in Burgh, in 1339. Jan Wolfssone. 271 gemeten in Burgh, in 1340. Hij was ambachtsheer en tevens schout in het 'zesde-deel' van Burgh. Clays Gillemanssone. Zijn kinderen hadden 420 gemeten op Duiveland, in 1340. Zelf had hij er waarschijnlijk 370. Willaem Janssone uyt Duveland. Zijn kinderen hadden 958 gemeten op Duiveland, in 1339. Costijn Wissensone. Waarschijnlijk is dit een ambachtsheer op Stavenisse, die samen met anderen 564 gemeten bezat. Jan veren Sibeliensone. Deze is nog niet geïdentificeerd. Pieter Gheronxsone. Een belangrijk ambachtsheer op Sint-Maartensdijk. Hij was verwikkeld in een omvangrijke gewelddadige twist met de Borseles, waardoor hij in 1342 een boete van 1600 pond tornoysen opliep, door hem en zijn hel pers, onder wie de kinderen van Clais Gelemanszoon, te betalen. Jan Wissensone uyt Duveland. Zijn kinderen hadden 701 gemeten op Duive land en 1180 gemeten op Scherpenisse, in 1339. We kunnen zo tot de slotsom komen, dat het ambachtsbezit een graadmeter was voor het betrokken worden bij belangrijke staatszaken. De namenlijst van 1328 valt voor het grootste deel samen met de in de tabel genoemde aanzienlijkste families op Schouwen en Duiveland. Slot Schouwen en Duiveland telden in het midden van de veertiende eeuw dus honderden edelen, voor het overgrote deel zonder familienaam. Mattheus Smallegange nam in 1696 in zijn Bescbryvinge van den Zeelandschen adel de wapens op van 792 edele en aanzienlijke geslachten. Willem te Water beperkte zich in 1761 in Hel hoog adelyk. en adelryk Zeelant tot de oudere adel en liet 142 wapens afdrukken. Maar in beide gevallen is er nauwelijks het feest der herken ning van Schouwse en Duivelandse families uit de veertiende eeuw. De geslachten zijn klaarblijkelijk uitgestorven, hebben hun bezit verkocht aan machtiger heren, of zijn gewoon roemloos in de nevelen van de tijd verdwenen. Wellicht is hun adeldom door veelvuldige huwelijken met niet-ecielen verloren gegaan. We zien geen Boense Cleewardszoon meer, geen Hughe Cranioxzoon, geen Hoobuuc Wisse Crukenzoon en ook geen Wouter die Keetriddre. Zelfs de Van Haamstedes zijn uitgestorven. 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1997 | | pagina 43