afb. 5 Een eiken gebint en de geprofileerde stijl van bet kruisvensler op de verdieping van bet zuidelijke buis. Zuidelijke huis Eind 15de eeuw is het zuidelijke huis eveneens met een verdieping verhoogd. De voorgevel met zijn vakwerkconstructie, die uitkraagt boven de moppengevel van de begane grond, dateert in hoofdopzet uit deze periode wat onder meer blijkt uit een witstenen console met gotische detaillering waarop de overstekende hoek van de vroegere noordgevel samen met een eiken stijl op rust (afb. 4). Ook bij de rechterhoek zal dit het geval geweest zijn, maar daar is de situatie door een latere steunbeer gewijzigd. De verdiepingsgevel is door twee eiken stijlen in drie vakken verdeeld. Ook deze stijlen zullen op natuurstenen consoles hebben gerust. Het middenvak bestaat nu uit een laaddeur met erboven een tweelicht venster. De laaddeur is niet oorspronkelijk maar ontstaan na het wegnemen van een mid denstijl en de onderdorpel van een oorspronkelijk kruisvenster. Ter hoogte van de vroegere onderdorpel van het kruisvenster zit in de blinde vakken aan weerszijden een eiken regel. Na verwijdering van het metselwerk kwamen in de stijlen pengaten van nog twee horizontale regels van de zijvakken tevoorschijn. De twee middelste stijlen zijn onderdeel van twee eiken gebinten die de zolder vloer en huidige kap dragen. Deze gebinten tonen op de verdieping forse kor- beels en lange sleutelstukken met gotische versiering. Ook zijn de stijlen aan de binnenzijde versierd met afgeschuinde randen. Op de verdieping is ook nog één oorspronkelijke strijkbalk aan de noordzijde, die langs de verdwenen scheidings muur liep. Deze rust aan de voorzijde op een stijl in de gevel. Het tussen de stijlen geklemde eiken kruiskozijn heeft een bovenlicht met fraaie geprofileerde stijlen (afb. 5). Het vroegere glas-in-lood is in de 17de eeuw vervangen door een 2 x 15-ruits verdeling met houten roeden. Bij het verwijderen van later opgetimmerde planken aan de buitenzijde bleek dat de stijlen pengaten hebben van verdwenen korbeeltjes (gekromde steunbalkjes) (afb. 4). Dit toont aan dat er aanvankelijk ook boven de verdieping nog een overstekende opbouw was die rustte op de oorspronkelijke buiten de ver diepingsgevel uitstekende dekbalken van de gebinten, met extra ondersteuning 46

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1997 | | pagina 48