VISSERS IN OORLOGSTIJD De visserij van Brouwershaven in de zestiende en zeventiende eeuw door Adri P. van Vliet Inleiding De visserij is in Zeeland lange tijd een van de belangrijkste bedrijfstakken geweest. Zowel op Walcheren als op Schouwen-Duiveland was een groot deel van de beroepsbevolking vanaf de vroege zestiende eeuw tot ver in de zeventiende eeuw direct of indirect a fha nkelijk van het wel en wee va n de visserij. Ook. het hoogste bestuurscollege van Zeeland, de Staten van Zeeland, onder schreven hel grote belang van de Zeeuwse visserij voor hun gemest. In 1586 berichtten zij stadhouder Leicester dat de Opstand tegen Spanje eigenlijk was uit gebroken doordat cle toenmalige stadhouder Fernando Alvarez de Toledo, hertog van Al va, de visserij belangen had onderschat en verwaarloosd. Al va had de vissers te weinig bescherming geboden. De gevechtshandelingen uit de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) en uit de Engelse oorlogen (1652-1654, 1665-1667 en 1672- 1674) hadden desastreuze gevolgen voor de Zeeuwse visserij. Oorlogshandelingen rond de thuishavens, onveiligheid op zee en het wegvallen van afzetgebieden vormden remmende factoren voor een bedrijfstak die veel groeiperspectieven in zich droeg. In bel zestiende-eeuwse Brouwershaven was, naast de bierhandel, zout raffinage, landbouw en meekrapteelt, de visserij de belangrijkste economische pijler waarop in de loop van de tijd de welvaart van het stadje was gebouwd. Het grote belang van de bierhandel en de visserij wordt onderstreept door het feit dat juist uil de belastingen op aangevoerde haring, vis en bier de bou w van de imposante Sint Nicolaaskerk kon worden gefinancierd. In het onderstaande artikel komen de vele facetten van de visserij van Brouwershaven aan de orde. De meeste aandacht zal voorlopig besleed worden aan de haringvisserij, omdat van de andere visserijtakken het bronnenmateriaal zeer schaars is. Uitvoerig wordt stilgestaan hij de moeilijkheden die de zeevisserij in oorlogstijd ondervond. Nagegaan wordt of die oorlogsperiode de ontwikkeling van de zeevisserij van Brouwershaven in negatieve zin beïnvloedde. De visserij van Brouwershaven Al in de late middeleeuwen was de visserij voor Brouwershaven van grote eco nomische betekenis. Niet voor niets gaf graaf Willem IV in 1344 het stadje het privilege voor een vrije haringmarkt. Hollandse, Brabantse en Vlaamse kooplie den kochten er vanaf dat moment in toenemende mate hun haring. Daarnaast werden onder andere door inwoners van Brouwershaven steeds meer vissersschepen uitgerust. Vanuit Brouwershaven werden drie takken van zeevisserij beoefend. De haringvisserij of Grote Visserij was hiervan de belangrijkste. Daarna volgden de visserij op kabeljauw en schelvis, de zogenaamde visserij op gezouten vis of Kleine Visserij. In mindere mate namen vissers van Brouwershaven samen met die van Rotterdam, Schiedam en Veere deel aan de visserij op platvis voor de Vlaamse kust, de zogenaamde botvisserij of Smalle Visserij. De binnenvisserij die 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1997 | | pagina 53