was een van de weinige die zo nu en dan een effectieve blokkade kon bewerkstelligen. Zodra de kaperschepen de blokkade doorbraken, hadden zij praktisch vrij spel. Ook de verplichting tot bewaping van vissersschepen sorteer de weinig effect. Bewapende vissersschepen hadden tegen kapers geen enkele kans. Desondanks verzocht een aantal stuurlieden de stadsbestuurders om ge schut. Wellicht gaf de aanwezigheid van enkele kanonnen aan boord toch een gevoel van enige veiligheid. Vroeger, zoals in 1.657 in Brouwershaven, zette elke visser op de tonnen van zijn schip een eigen zoge beten huismerk. Zo kon bij in een oogopslag zien waarde door hem gevangen haring in zat wanneer de vis geveild werd. Op dit hord slaan ook de namen van de vissers genoemd. Zo'n merk werd soms ook bijwijze van naambord aan de gevel van het huis van de visser aangebracht, en hel wercl vaak ook als een soort bandtekening gebruikt. (MMZ) Conclusie Voor Brouwershaven gold dat door de Opstand tegen Spanje het stijgende welvaartspeil werd omgebogen in een neerwaartse spiraal. Pas in de loop van de zeventiende eeuw krabbelde Brouwershaven enigszins uit dit economische dal omhoog. De interesse van investeerders in de haringvisserij daalde echter tijdens het verdere verloop van de oorlog. De risico's -ten minste 115 schepen kwamen met Duinkerker kapers in aanraking- werden te groot, de winstverwachtingen daalden, terwijl beschermingsmaatregelen faalden. Toch werd het schrikbeeld van Aegtken Betsmans over de zeevisserij lang niet door iedereen gedeeld. Velen zullen haar hebben uitgelachen, toen zij in '1613 voor het gerecht in een contract afspraken liet vastleggen over de opvoeding van haar zoon. Uitdrukkelijk bepaal de zij dat hij een ambacht, lezen en schrijven moest leren en nooit ten harinck 66

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1997 | | pagina 68