hoogte van kasteel Westhove tussen Oostkapelle en Domburg. Deze plaats, die
hoogstwaarschijnlijk Walcheren heeft geheten, verliest in de loop van de periode
840-880 zijn betekenis, mede ten gevolge van de invallen van de Noormannen.
Verder zijn er ook op Schouwen, op het strand tussen Westenschouwen en de
vuurtoren bij Haamstede vondsten gedaan die wijzen op een tamelijk intensieve
bewoning in de vroege middeleeuwen. Het verspoelde materiaal dat daar voor
de oorlog door de onderwijzer J.A. Hubregtse uit Burgh is verzameld dateert
vooral uit de 8e en 9e eeuw, en zal afkomstig zijn van later in zee verdwenen
woonplaatsen. Ook hier lijkt de bevolking zich met internationale handel te
hebben beziggehouden. Een aanwijzing daarvoor geven de gevonden munten,
de meeste geslagen tijdens de regeringsperioden van koning/keizer Karei de
Grote (768-814) en, meer nog, keizer bodewijk de Vrome (814-840), beide
vorsten van het Frankische rijk waartoe Zeeland in die tijd behoort.5
Intussen moet er in de 8e en 9e eeuw ook dieper landinwaarts bewoning zijn
ontstaan, en zo bezit rond 800 de Sint-Baafsabdij te Gent uitgestrekte schapen
weiden in het centrale deel van Zeeland.6 Goederen van deze abdij op
Walcheren, Schouwen, Beveland en Borsele worden genoemd in een oorkonde
uit 976 waarin keizer Otto II de abdij bevestigt in haar bezittingen in juist deze
gebieden.7 (Otto II is keizer van het Duitse rijk, waarvan de Zeeuwse eilanden na
de opsplitsing van het Frankische rijk deel uitmaken.) Tot het in de oorkonde
genoemde bezit van Sint Baafs op het dan nog onbedijkte Schouwen behoort
onder andere een goed genaamd Creka en Papingalant met bijbehorende kerk;
bovendien ook grond voor het weiden van 900 schapen langs het water de
Gouwe aan de oostzijde van Schouwen. Creka en Papingalant kunnen wij zo
goed als zeker identificeren, en wel dank zij de daar aanwezige kerk. Zoals
Dekker heeft aangetoond kan die kerk haast geen andere zijn dan de
Sint-Lievensmonster van Zierikzee. De verering van Sint Lieven wordt vanaf de
vroege '11e eeuw uitsluitend door de Sint-Baafsabdij gepropageerd; de heilige
6