Lieven/Levinus is een persoon die nooit heeft bestaan maar door de abdij is verzonnen uit afgunst jegens de Gentse Sint-Pietersabdij vanwege het grote reliekenbezit van die abdij.s Een kerk die aan Sint Lieven is gewijd kan dan haast niet anders dan een eigenkerk van de Sint-Baafsabdij zijn geweest. Bovendien wijst de aanduiding monster of munster voor een parochiekerk op een oude kerk, zodat het wel heel aannemelijk is dat in de oorkonde van 976 met de kerk van Creka en Papingalant de Sint-Lievensmonster van Zierikzee is bedoeld. Creka (kreek) kan dan heel goed de oude naam zijn van Zierikzee. De naam Zierikzee, die voor het eerst in een oorkonde van 1156 voorkomt,9 betekent het 'ee', het water oftewel de kreek van een zekere Siric.1" De kreek, die dus zowel in de naam Creka als in de naam Zierikzee figureert, zal de zijkreek van de Gouwe zijn waarvan de tegenwoordige Oude Haven het restant is. Voor het ont staan van Zierikzee is hij van essentieel belang geweest; niet alleen vanwege de havenfunctie, maar ook omdat vanuit deze kreek de kreekrug is opgebouwd die de stad van oost naar west doorsnijdt. Op deze rug is de nederzetting ontstaan, heeft vanouds de kerk gestaan en liggen ook de centrale straten, de Meelstraat en de Poststraat. De kreek zelf is afgedamd ter plaatse van de Dam, vermoedelijk in de '11e of de eerste helft van de 12e eeuw.11 Het westelijk deel van de kreek is daarna verland. Waarschijnlijk behoren de in 976 genoemde goederen van de Sint-Baafsabdij tot bezit dat de abdij al veel vroeger heeft verworven. In een goederenlijst van rond 800 en in een oorkonde uit 864 is sprake van Sint-Baafs-bezit. vooral schor- reweiden, 'in Fresia', respectievelijk 'in (pago) Friesinse'. dus in het oude Friese gebied waar ook Zeeland toe wordt gerekend.12 Het is heel waarschijnlijk dat het hier gaat om het in de oorkonde van 976 genoemde goed. Volgens die oorkonde bevestigt Otto II de abdij in het bezit dat zijn vader Otto I (936-973) voordien aan de abdij heeft teruggegeven nadat het haar tevoren wederrechtelijk was ont nomen. Waarschijnlijk is het goed geüsurpeerd geweest door aanzienlijken uit de streek, vermoedelijk door de meiers, de plaatselijke beheerders van het abdij- goed. (Wie weet was Siric, de naamgever van Zierikzee, wel een van hen!) Een en ander zal verband houden met het feit dat het Sint-Baafsbezit vérgaand was gedesintegreerd nadat de monniken in 879 voor de Noormannen naar Laon waren gevlucht. Pas in de jaren twintig van de 10e eeuw keren zij naar Gent terug en proberen zij het oude bezit weer in handen te krijgen.13 Tegen die achtergrond is het niet erg waarschijnlijk dat de abdij tussen 879 en de terugkeer van de monniken uit Laon nieuw bezit heeft verworven; het in 976 genoemde goed. en dus ook Creka en Papingalant, zal dan ook deel hebben uitgemaakt van het abdijbezit van vóór 879. Overigens hoeft dat niet te betekenen dat er in Creka in de 9e eeuw al een kerk heeft gestaan. Deze kan heel best zijn gebouwd nadat de abdij door Otto I in haar goederenbezit is hersteld. Door de bodemkundige Kuipers is vastgesteld dat de kreekrug die Zierikzee van oost naar west doorsnijdt, samen met de aangrenzende klei-op-veengronden tot de zogeheten middellandafzettingen behoort. Van die afzettingen is lang aange nomen dat zij pas vanaf de 9e eeuw, mogelijk na de stormvloed van 838 zijn gevormd; reden waarom Kuipers het onwaarschijnlijk acht dat de eerste bewo ning ter plaatse van voor 900 zou dateren.15 Nu evenwel duidelijk is dat het middelland in Zeeland niet per sé van na 800 behoeft te dateren lijkt het bezwaar van Kuipers tegen het aannemen van bewoning te Zierikzee in de 9e eeuw te zijn vervallen.15

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1997 | | pagina 9