daad bijstaan. De eerste bestuurders van deze stichting waren S.C.J.B. Loschacoff- de Kanter, voorzitter, R.J. Visser, secretaris/penningmeester en A.J.G. Doeleman. Later werd het bestuur uitgebreid met M.K. Buth, J.C.A. Ribbens en M.K. Krepel. Op initiatief van de 'Vrienden' werden zo'n 100 bedrijven op Schouwen- Duiveland benaderd voor een financiële bijdrage. En met succes! Veel bedrijven zijn 'vriend' van het museum gebleven. De restauratie Restauratie en inrichting zou zeker twee jaar in beslag gaan nemen. De bouw kundige P.A. Boot uit Zierikzee begon met het in kaart brengen van de boerderij. Het opmeten zal hij nooit vergeten. Als tachtigjarige, nog energieke man, verstap te hij zich op een hanenbalk en stortte van vier meter hoogte naar beneden. Zijn val werd 'gelukkig' gebroken door opgeslagen museale stukken. Na één dag zie kenhuisopname ging hij weer vrolijk verder. Het was een waarschuwing voor alle vrijwilligers, die in hun enthousiasme tot veel in staat bleken te zijn. Nadat het restauratieplan gereed was gekomen, werd besloten eerst het woon huis te restaureren. Daarna de entree in de schuur te bouwen en pas later de schuur aan te pakken. Het startsein kon eerst worden gegeven nadat de subsidie beschikking door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg was afgegeven en de Gemeente Brouwershaven zich bereid verklaard had de gelden voor te financie ren. Door de vrijwilligers werd het huis eerst kaal gemaakt. Een casco met gebre ken bleef over. De muren waren nog met leem besmeerd, er waren lekkages en veel hout was verrot. Gaandeweg ontstond, er een vaste kern van vrijwilligers, die zich primair met slopen en bouwen ging bezig houden. Dit waren J. Slager, A.P. Kloet, M. Quist, A. Snijders, M. de Bil, C.D. de Waaij en J.J. de Wilde, allen uit Dreischor. Daarnaast waren er nog vele anderen, waaronder bestuurders, die regelmatig kwamen helpen. Een beleidsplan werd door het museumbestuur vastgesteld. Met dit plan in de hand werd overleg gevoerd met een beleidsmedewerker van de Provincie Zeeland. Mede in het kader van de ontwikkeling van het plattelandstoerisme stond de Provincie direct achter de ambitieuze doelstelling. Een subsidie van 100.000,00 werd toegezegd. Met deze rugdekking werden andere organisaties benaderd. Gelden kwamen van het Prins Bernhardfonds, Stichting Bouwcultuurfonds Zuid-Nederland, het Anjerfonds en enkele kleinere fondsin stellingen. Een moeilijke weg bleek het later te zijn de restauratiesubsidie van de Provincie Zeeland binnen te krijgen. Men had vier jaar nodig om te beslissen en te kunnen betalen! Serviceclubs steunden 'Goemanszorg' op een geweldige wijze. Als eerste organi seerde de Juniorkamer een veiling tijdens een Dreischorse Vlasdag. De Kiwanisclub verkocht cards met pentekeningen van Miems van Citters en bikten de plavuizen schoon. Onder auspiciën van de gezamenlijke service-clubs op Schouwen-Duiveland werd een concert in de Nieuwe Kerk van Zierikzee georga niseerd. Ook het bedrijfsleven deed een duit in het zakje. Grote giften kwamen van Braber Groenvoorziening B.V., Installatiebedrijf Deurloo B.V., Mol-Schuddebeurs B.V. Rabo bank Schouwen-Zierikzee, Fa. Wandel, en Koninklijke Zeelandia H.J. Doeleman B.V. Het architektenburo Kraamer Partners bracht minder uren in rekening. Stichting Goemanszorg Beheer gaf een 4% obligatielening uit, welke aflosbaar is na 113

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1998 | | pagina 115