Zierikzee (Hubrecht Goemans). Zijn broer (Johan L. Goemans) was medicus in Goes en daar hadden ze elkaar een keer ontmoet. Zij knikte vriendelijk terug. Die jongen bad aardige grijze oogen. [..J Toen ze in Goes aan wal stapten, droeg hij haar reistasch. Hij was zoo in vuur, dat bij alle tamelijke vormen vergat en voor stelde haar naar huis te brengen om meteen met haar ouders kennis te maken. 'Wie is die rijzende zon waarmee Tine daar aankomt?' vroeg zij (moeder van Tine) aan haar oudste dochter. 'Dat is de jongste zoon van den dokter in Zierikzee, waar vader in Leiden altijd ruzie mee had.Het zou een vreemde samenloop van omstandigheden zijn. Indertijd waren de tivee vaders wérkelijk antipoden geweest. De een, dat was Charles (van Renterghem) natuurlijk, had. de dubbeltjes laten rollen, en de ander keerde elk dubbeltje vele malen om en stak het dan weer in zijn zak, ze wogen hem te zwaar. Ze hadden geen uur samen kun nen zijn zonder dal er oneenigbeid van was gekomen. Moeder Willemijn wist dat de oude dokter in Zierikzee een uitstekenden naam had. Reeds na drie weken deed hij zijn aanzoek. Hij was goed gesitueerd en kon Tine een uitstekende toe komst bieden. Zijn vader, die zeer vermogend was, had hem na zijn studiejaren een kapitaal gegeven om zich te Antwerpen als wijnhandelaar te vestigen. Hel oude huis en wij, blz. 84: 'Wij woonden van ons vijf de tot ons vijf tiende jaar in Brussel en onze moeder schepte er behagen in haar kleine fijn gebouwde doch tertjes aardig te kleeden. Het gevolg was. dat we 's zomers in het kleine provincie plaatsje (Goes) een soort van modekoninginnetjes waren. De meeste meisjes van onzen leeftijd droegen de jurken die wij het vorige jaar hadden gehadtrouw gecopiëerd. Maar wij hadden weer nieuwe jurken! Het oude huis en wij, blz 237: De wijnhandel liep naar wensch en het jonge gezin bad een ruim beslaan. Toch was Gerard- (lees Cornells) geen koopman en dat had moeder Tine (lees Tientje) al gauw begrepen. De zaak dreef op zijn relatiesniet op zijn handelsgeest. Gerard was naïef en te goed van vertrouwen, dikwijls trok hij aan het kortste fina nciëele eind. Hij hacl ook zijn geschiedkundige liefhebberijen, die veel tijd vergden. Hij was altijd opgewekt en behulpzaam, voor iedere gezellig heid te vinden. Maar hij was niet - en voor Tine was dit eigenlijk geen verrassing geweest - een krachtig man, geestelijk noch lichamelijk. Uit dit huwelijk: 1. Wilhelmina Leonora (Mien), geboren te Antwerpen in 1875, 2. Leonore Susanna (Nora), geboren te Antwerpen in 1876, letterkundige, vertaal ster en heil gymnasiaste. Samen met haar dochter schreef zij het boek 77e/ oude huis en wij', een boek dat de geschiedenis beschrijft van haar familie, die het hui dige postkantoor op de Grote Markt in Goes bewoonden. Zij overleed te Amsterdam in *1967. Zij huwde te Amsterdam in 1909 met dr. Jacob Friedrich Basenau, bacterioloog, geboren te Wesel (Dtl) in 1865, zoon van Carl Friedrich en Bemardine Dürcksheim, overleden te Amsterdam in 1930. 3. Lucie, geboren te Antwerpen in 1877. 4. Hubrecht (Huib), geboren te Goes in 1878, overleden te Goes in 1883. lal. Johannes Pieter Leonardus Goemans (Pietersz.), geboren te Dreischor in 1870. Behaalde het veeartsenijdiploma te Utrecht in 1898. Per 1-9-1898 werd hij benoemd tot Provinciaal veearts der 2e klasse met standplaats Ellemeet. In die tijd woonde hij te Serooskerke. In augustus 1899 vertrok hij naar Zierikzee. Bij Koninklijk Besluit van 1-10-1912 werd hem ontslag verleend als plaatsvervangend district veearts. Bij Koninklijk Besluit van 5-5-1913 werd hem te Vrijburg (Zuid 119

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1998 | | pagina 121