was en daarmee waren haar familierelaties zo goed als ten einde Kees Bal was
inmiddels overleden). .Gerrit ligt begraven in het familiegraf op de algemene
begraafplaats in Zierikzee. Een graf dat slechts met de familienaam wordt aange
duid. Haar andere broers en zusters waren ook verhuisd of overleden.
Haar laatste jaren bracht zij door in een verzorgingshuis in Oosterbeek
Haar werk
Frédérique was een onafhankelijke vrouw. In zekere zin ook zeer geëmanci
peerd. maar ze stond er wel op als een dame behandeld te worden. In die zin
kan het opmerkelijk genoemd worden dat zij zich voor het vertaalwerk ook
bediende van pseudoniemen zoals Rein F. Herman (enkele boeken van John
Steinbeck zijn door haar onder die naam vertaald) en F. Hermana. Beide namen
zijn een duidelijke hommage aan haar vader, maar verder is daar niets over
bekend. Mogelijk wilde ze niet dat dit werk vereenzelvigd werd met het werk dat
gepubliceerd werd onder de naam Frédérique van Schouweneen naam die haar
terugvoerde naar haar geboortestreek. Onder deze naam zijn onder meer werken
van Remarque en Moravia verschenen. Ook vertaalde zij in de jaren vijftig een
aantal jeugdboeken waar ze de voornaam Freddie voor reserveerde. Tot de ver
taalde jeugdboeken uit die tijd horen boeken van Paul Berna (uit het Frans), IJse
Gast (Duits) en James Vance Marshall (Engels), maar ook het in die tijd vrij
bekende boek voor wat jongere kinderen De negen levens van de kat Mackenzie'
van Ursula Moray Williams (Engels).
Daarnaast werkte Frédérique in de jaren vijftig voornamelijk als verslaggever voor
diverse kranten en tijdschriften, waaronder buitenlandse. Als verslaggever reisde
ze veel en deed daardoor kennis op van veel talen. Het is dan ook niet verwon
derlijk dat in het vertaalde oeuvre werken terug zijn te vinden uit het Engels.
Duits, Frans, Italiaans, maar ook uit het Noors. In de tweede helft van de jaren
vijftig werden veel van haar vertalingen uitgegeven bij Van Holkema
Warenclorf N.V.
Bij deze uitgeverij ontmoette ze uiteindelijk (ze was toen al rond de 40) de liefde
van haar leven in de persoon van één van de uitgevers van het bedrijf, de nog
getrouwde, oorspronkelijk uit Friesland komende Rinze van der Velde. Hij stimu
leerde haar in grote mate en stond er op dat Frédérique ook oorspronkelijk werk
zou publiceren. In 1957 was het zo ver en verscheen haar eerste eigen boek
'Slipgevaar', uiteraard onder het pseudoniem Freddie van Schouiven. Anders dan
de titel doet vermoeden gaat dit boek niet over het verkeer, maar over twee
jonge mensen die door omstandigheden in ingewikkelde situaties terechtkomen
en dreigen te 'slippen' van het levenspad. Dit boek en het in 1959 verschenen
'Kat in vreemde huizen', was vooral bedoeld, voor meisjes tussen 13 en 18 jaar.
De boeken ontvingen veel bijval in de pers, vooral door het vlotte, niet al te
gecompliceerde karakter van de verhalen. Zelf was ze niet honderd procent
tevreden en besloot verder geen origineel werk meer te publiceren.
Aan het einde van de jaren vijftig werd Frédérique uitgenodigd om als correspon
dent voor een aantal Nederlandse kranten en tijdschriften naar New York te
gaan. Zij is daar circa twee jaar geweest en ondanks dat ze het er erg naar haar
zin had voerde de liefde haar toch terug naar Nederland. Van der Velde was
inmiddels gescheiden van tafel en bed en ze besloten samen verder te leven in
Amstelveen. In het begin van de jaren zestig - nu dus zo'n kleine veertig jaar
129