geleden - was het vrij opmerkelijk dat een ongetrouwd stel samenwoonde, zeker
als een van beiden niet formeel gescheiden was. De kringen van de literatuur en
de uitgeverij trokken zich daar echter niets van aan. Fréclénque gold voor hen als
de 'nieuwe mevrouw Van der Velde', en dat was ze feitelijk ook. Van der Velde
was een grote steun voor haar, maar omdat ze onafhankelijk was en dat ook
wilde blijven, bleef ze bezig met het vertalen van allerlei boeken.
De relatie met Van der Velde was een van de belangrijkste perioden in haar
leven. Helaas heeft dit maar enkele jaren geduurd; in '1965 overleed hij aan een
ongeneeslijke ziekte. Kort daarvoor was Gerril Gasille al overleden en niet lang
daarna overleed haar moeder Cina. Deze trieste periode werd voor een deel
opgevangen met hard werken en ver reizen. Het werk concentreerde zich niet
alleen op het maken van vertalingen, Frédêrique was aan het einde van de jaren
zestig ook redactielid van het vertaal-fonds van uitgeverij Bruna. Voor de uitge
verij las ze veel buitenlands werk en adviseerde over het al clan niet aankopen
van de Nederlandse rechten voor boeken. Zelf vertaalde ze niet tot nauwelijks
voor Bruna, maar vooral voor uitgeverijen die geassocieerd, waren onder
Unieboek. Daarnaast was ze actief lid van de Vereniging voor Letterkundigen
(VvL), die zich toentertijd vooral sterk maakte voor het krijgen van erkenning
voor vertalers van literatuur. In die tijd waren er geen vaste tarieven voor verta
lers, wat er toe leidde dat elke uitgever zijn eigen contractvoorwaarden en tarie
ven vaststelde. De VvL heeft op dat gebied baanbrekend werk verricht.
Hoewel de nadruk van de vertalingen van Fréclénque vooral op literatuur lag,
vertaalde ze ook non-fictie en het zogenaamde 'fantasy'-genre (Rad Bradbury,
Terry Brooks, Geraldine Harris). De lijst bevat boeken over schelpen, tropische
vissen, Egypte, omgang met stress, gesprekken met Jung, discussies over huwe
lijk en emancipatie, technologie, gezondheid, Indonesië, Ierland en New York.
Dit kon zij alleen doen doordat ze veel. samenwerkte met deskundigen op deze
gebieden, zoals historici en museum-curatoren. Voor haar betekende vertalen
van non-fictie meer clan het simpelweg omzetten van de ene taal in de andere;
voordat een dergelijke vertaling af was ging er de nodige studie aan vooraf.
Ook vertaalde ze enkele jeugdboeken, waaronder het in 1974 met een Zilveren
Griffel bekroonde 'Wie had gelijk Mary Rose?' van cle Amerikaanse schrijfster
Marilyn Sachs.
Tussen 1965 en haar 65e verjaardag in 1980 vertaalde Fréclénque 43 werken,
voornamelijk uit het Engels. Tot cle vertaalde auteurs horen onder meer John
Fowles (o.a. 'Het liefje van cle Franse luitenant'), John Steinbeck, Mary Renault
(cle cyclus werken over het leven van Alexander de Grote), Roland Topor, Edna
O'Brien (vrijwel al haar werk dat in cle jaren zeventig verscheen), Dorothy
Parker, James Michener en William Golcling. Een absolute topper was 'Roots' van
Alex Haley (1976), een boek dat maandenlang op cle bestsellerlijsten heeft
gestaan. Een televisiebewerking is ook in Nederland uitgezonden. Dit boek is tot
in de jaren negentig heruitgegeven en wordt nog steeds veel gelezen. Om Rinze
van cler Velde te eren veranderde ze haar pseudoniem in Frédêrique van der
Velde. Die naam gebruikte ze ook voor het dagelijks leven en veel mensen ken
den haar niet anders.
Haar liefde voor talen is nooit verdwenen. Dat uitte zich niet alleen in het reizen,
maar Fréclénque had ook diverse abonnementen op buitenlandse tijdschriften.
Het ging zelfs zo ver clat ze na haar 70e besloot Grieks te gaan leren. Ook cleze
130