- 1 moederstad voor onder andere Harderwijk en Roermond (1231). Arnhem (1233), Doesburg (1237) en Wageningen (1263). Deventer vond onder meer dochters in Zwolle (1230), Rijssen (1243), Hasselt (1252) en Oldenzaal (voor 1260).9 Het stadsrecht was de formele bekrachtiging van regels, die reeds eerder waren ontwikkeld. Die rechtsregels werden door de heer geduld of mondeling erkend. Ook bij Zierikzee moet dat het geval zijn geweest. P.A. I-Ienderikx vermoedt dat de graaf aan Middelburg en Zierikzee, vanwege het feit dat zij onder direct grafe lijk bestuur bleven staan, heeft toegestaan eigen recht te hanteren.10 De nog onofficiële rechtsregels werden eerst later opgetekend en vastgelegd in een oorkonde. In sommige gevallen functioneerden deze mondelinge regels nog geruime tijd. Het oudst bekende stadsrecht voor Antwerpen dateert uit 1221, voor Brussel uit 1229 en voor Leuven uit 1234, maar het oudste privilege van het jon gere 's-Hertogenbosch daarentegen uit omstreeks 1195." Tot dusverre is de term 'stadsrecht' gebruikt. Omdat die aanduiding ten onrechte een soortgelijke situatie suggereert als bij erfrecht, staatsrecht en dergelijke ver dient het de voorkeur om de term 'keur' te gebruiken. Keur staat voor een verza meling van rechtsregels. Bovendien sluit deze term beter aan bij het eigentijdse taalgebruik van de middeleeuwer.12 «At x .,,-f tv';;, 5....-- »v<2 jpyxUf .li,,v*6». Srt»! ti.jp. O. ..x.'i... f -- f k HJó tv -C - •- f"" 'WM-& p-i ;yj 'Vfv Uvr."ivvr--.p. f pXr -v: rt-i' x- «t>- "V5U f- vno»L - p,,; wkw T, fw,-* - f W-v -■ >-.,U -• 5 f - Tf- 'f De aanhef van hel 15de eeuwse afschrift van de stadskeur van 1248 in hel 'Voorbodenboek' van de stad Zierikzee (Gemeentearchief Scbouwm-Duiveland, Archief Stad Zierikzee, voori. nr. 122) Stadskeur van 1248 Op 11 maart '1248 verleende Rooms-koning Willem II zijn 'lieve vrienden, poirteren in Zirixee' de oorkonde waarin de stadskeur was opgenomen. De originele akte is verloren gegaan. Al in de tweede helft van de 15de eeuw was de oor konde in zeer slechte staat. Gemeentearchivaris P.D. de Vos heeft het vermoeden uitgespro ken dat het hier om perkament van een slechte kwaliteit moet zijn gegaan. De resten waren geborgen in een omslag waar op met een hand uit de tweede helft van de 15de eeuw was genoteerd: 'dit is de kore van Coninck Willem zaliger gedach ten, al in cleynen sticken, dat men se qualijk uut doen mach of lesen'. De fragmenten waren in het derde kwart van de 18de eeuw nog aanwezig, met het onbeschadigde zegel van Willem II. Uiteindelijk zijn ook deze resten verloren gegaan.15 Over de vorm weten we niets met zekerheid, maar het is niet 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1998 | | pagina 27