Tien. jaar later is Van Nooijen betrokken bij de totstandkoming van het praalgraf van mr.Pieter Mogge in de Nederlands Hervormde kerk te Dreischor. De bouw geschiedenis en de iconografie van dit voor Zeeland uitzonderlijke project, dat pas in 1763 gereed kwam, is elders uitvoerig belicht. Hier zij slechts opgemerkt dat Van Nooijen hierin samenwerkte met de belangrijkste Haagse beeldhouwer van het midden van de 18de eeuw: Antoni Wapperom. Van Nooijens aandeel in het geheel betrof vooral de architecturale elementen, terwijl de beelden van de Haagse beeldhouwer waren.5 Zoeken we verder naar Van Nooijens opdrachtgevers dan komen we terecht bij de archieven van de overheid. Ook hier blijken aanzienlijke lacunes te bestaan. Bijvoorbeeld zijn de Gasthuisrekeningen van de relevante periode verdwenen. En Van Nooijens werkzaamheden voor het Burgerweeshuis zijn minimaal: hij levert twee hardstenen dorpels en een steen op een regenbak. Wél komt de steenhouwer in de stadsrekeningen vanaf '1747 vrijwel jaarlijks met kleinere en grotere bedragen voor. Deze betalingen geschieden wegens 'levering van steen en steenhouwerswerk'. Slechts sporadisch wordt een betaling gespeci ficeerd. Bijvoorbeeld in 1748 wanneer hij 'blaauwe steen' levert, of in 1749 wan neer er sprake is van '127 voet Kaaysteen'. of in 1750 wanneer hij voor 'blauwe dorpels en andere' betaald wordt. Dit alleen is tamelijk vaag en betreft voorna melijk onderhoudswerkzaamheden. Opvallend is dat het altijd om de levering van hardstenen gaat. Daarnaast zijn er drie grote projecten van de stad waar Van Nooijen bij betrok ken was en waar we iets meer van af weten. Het betreft de renovatie van de vis markt, de verbouwing van het stadhuis en een nieuw orgel in de St.Lievens Monsterkerk. Begin 1754 wordt door de thesau riers geconstateerd dat de visstal len van de vismarkt, die gehou den werd aan de Zuidzijde van de Visstraat. bouwvallig zijn. Daar dit een gevaarlijke situatie ople vert wordt besloten met instem ming van de omwonenden de houten kolommen en de daken erboven te vervangen. 'Den Steenhouder deeser Stadt' wordt geautoriseerd nieuwe stenen kolommen te bestellen en deze te plaatsen. Van Nooijen ontvangt hiervoor van stadswege 47.8.0. Wij leren uit deze tekst dat hij in 1754 nog de enige steenhouwer in de stad is en dat dergelijke zui len niet zelf gemaakt werden maar kant en klaar uit de groeven kwamen. Vanaf 1765 werd duidelijk dat het oude orgel uit 1549 in de St.Lievens Monsterkerk niet meer Het nieuwe orgel in cle voormalige Sint Lieuens Monsterkerk, Zierikzee Collectie Gemeentearchief Schou wen-Di t i vel'en ld) 47

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1998 | | pagina 49