waren het er drie. Op Schouwen- Duiveland werden voortaan Rommenede en Zonnemaire door één burgemeester bestuurd; zo ook Brouwershaven en Duivendijke, Burgh en Haamstede, en Eikerzee en Ellemeet. Een combinatie van drie werd gevormd door Noordwelle, Renesse en Serooskerke. Van de in totaal 18 te kleine Zeeuwse gemeenten waren er 17 bij dit proces betrokken. De combinatie Bommenede-Zonnemaire was volgens de commissaris des konings een voor de hand liggende. Beide gemeenten lagen zo dicht bij elkaar, 'dat zij als het ware slechts ééne gemeente uitmaken. Bommenede ligt op het boven gedeelte van dezelfden dijk, aan de voet van welke Zonnemaire wordt gevonden. Zoo ergens kan dus hier eene vereen i- ging voor wat het Burgemeesters-ambt betreft voegzaam plaats hebben'. Aanvankelijk werd tot burgemeester van beide gemeenten benoemd de in Bommenede zittende J. Isebree Moens, maar zijn benoeming werd ingetrokken en vervangen door die van mr. Jacob Moolenburgh. Duivendijke was naar oppervlakte en inwoneraantal (op 3'1 december 1853: 422) te ldein voor een eigen burgemeester. Voor de combinatie Duivendijke en Brouwershaven werd de in Brouwershaven zittende C. Lopse Hocke benoemd. Iets dergelijks gold. voor (de al eerder gerealiseerde combinatie) Burgh en Westenschouwen (met 608 inwoners). Die kon naar het oordeel van de commissaris voor wat het burgemeestersambt betreft 'voegzaam' met het naburi ge Haamstede worden gecombineerd. Voor Burgh en Haamstede werd de in Haamstede zittende L.L. Bolle benoemd. Om soortgelijke redenen verdiende combinatie van Eikerzee (met 528 inwoners) en Ellemeet (met 465 inwoners) 'allezins aanprijzing'. De combinatie werd bestuurd door J. Schalkwijk, zittend burgemeester in Ellemeet. Na het eervol ontslag van burgemeester Steur van Renesse kwam ook deze zoge naamde artikel 293-gemeente voor samenvoeging in aanmerking, of althans voor combinatie wat het burgemeestersambt betreft.9 De zittende burgemeester Cornelis Gast Cz. van Noordwelle kon 'met gerustheid' voortaan tevens Renesse (met 543 inwoners) en Serooskerke (met 315 inwoners) besturen. Van burge meester Krepel van Serooskerke (woonachtig te Ellemeet!) kon de commissaris dat bepaald niét zeggen. Hij zag ook geen redenen om deze kleine en zeer karig bevolkte gemeente een aparte burgemeester te gunnen. Burgemeester Gast liet voor alle duidelijkheid weten dat hij de gecombineerde betrekking zelf niet had geambieerd. De (eervol) ontslagen burgemeesters ontvingen van de commissaris des konings mr. Jacob Moolenburgh (1827-1892), burge meester van Bommenede 1853-1866en Zonnemaire 1853-1873Gemeentearchief Schouwen-Duiveland) 63

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1998 | | pagina 65