BESTUREN: TOEN, NU EN STRAKS
ZIERIKZEE 750 JAAR STAD
door mr. J.J.P.M. Asselbergs
(burgemeester van Schouwen-Duiveland.)
In onze ogen van 1998 moet Zierik het gemakkelijk hebben gehad. Geen lastige
burgers, die klagen over de hoogte van de onroerende zaakbelasting. Geen kri
tische raadsleden, die denken dat je voor 25 miljoen een gemeentehuis kunt bou
wen. Geen vervelende provinciebestuurders, die menen het veel beter te weten.
Of Zierik, de eerste plaatselijke machthebber van betekenis, het echt wel zo
gemakkelijk heeft gehad, weten wij niet. Toen hij het hier voor het zeggen had,
was Zierikzee nog klein en moest de nederzetting aan de Ee nog uitgroeien tot
een plaats van formaat. Toch zal ook hij zijn zorgen hebben gehad. Een graaf,
die tevreden moest worden gehouden, en inwoners, die ook hun wensen en ver
langens hadden.
Zierikzee was in 1248 een stad, die zich nadrukkelijk een plaats had veroverd op
de landkaart van Europa. Een stad, die dankzij haar ligging, uitgroeide tot een
van de machtigste steden van Holland en Zeeland. De stadskeur van 1248 is
onmiskenbaar een mijlpaal geweest voor het burgerlijk bestuur. Immers dat was
de essentie van het stadsrecht: een eigen rechtspraak en dus ook een eigen
bestuur. Het stadsbestuur van 1248 was nog klein van samenstelling: een baljuw
en vermoedelijk twaalf schepenen. Op het eind van de 13de eeuw komen daar
twee burgemeesters bij.
Overhandiging van de oorkonde mei de stadsrechten door de graaf, (staalplaat uit van hennep,
W, Moll en J. ter Gouw, Nederlands Geschiedenis en Volksleven, heiden 1880).