Rotterdam door de rederij M.C. de Crane Zoon voor een bedrag van 81.200
aangekocht. Het schip vertrok op 13 januari onder bevel van kapitein Oomkes
van Semarang door Straat Bali naar Zierikzee. 25 januari daaropvolgend arriveer
de het met schade uit zee terug te Banjoewangi (Banyuwangi) en werd vervol
gens naar Soerabaja (Surabaya) gesleept waar het op 9 april 1858 werd afgekeurd
en verkocht voor een bedrag van 17.800.
De bark 'Stad Zierikzee nr. II'; groot 400 lasten; genoemd naar de gelijknamige
stad en zijn in december 1841 vergane voorganger 'Stad Zierikzee'. In tegenstel
ling tot de overige schepen niet gebouwd in opdracht van de rederij De Crane
Zoon maar in opdracht van M.C. de Crane en W. de Jonge. De kiellegging vond
plaats op 22 maart 1842. De tewaterlating 15 april 1843. In september van het
zelfde jaar vertrok de bark voor de eerste reis naai- Batavia (Jakarta). Tot 1862
zijn de bewegingen van het schip te volgen. Wat er van het schip is geworden is
niet te achterhalen.
De schoenerkof 'Oostzee'; groot 58 lasten; gebouwd in 1846; uitgevaren in 1848.
De schoenerkof 'Marinus Geertruida'; groot 145 ton; genoemd naar de reder en
de schoonmoeder van zijn zoon mr. W.C. de Crane. Geertruida de Wit; gebouwd
te Zierikzee in 1847; gezonken op 23 maart 1861. Het schip is later omgedoopt
tot 'Maria Geertruida'.
De schoener 'Maria Sophia'; groot 170 lasten; genoemd naar de schoondochter
van de reder jonkvrouw Maria Sophia van Vrijberghe; gebouwd op de werf 'De
Goede Intentie'; voor het eerst uitgevaren op 17 mei 1847; op 1 juli 1854 vergaan
ten oosten van de Straat Torres (tussen Nieuw-Guinea en Australië).
v
Marinus en Geertniidavoor het havenkanaal van Zierikzee Gekleurde tekening J. Spin 1849)
Het kofschip 'Johanna Wilhelmina'; groot 105 ton; genoemd naar de kleindochter
van de reder; gebouwd op de werf 'De Goede Intentie'; te water gelaten op 14
mei 1847.
De schoenerkof 'Cadzandria'; groot 93 lasten; gebouwd in 1854 op een
Zierikzeese werf; vergaan in 1872.
78