In 1248 was er nog sprake van rechtstreekse invloed van de ingezetenen op het
bestuur. Zij werden door middel van klokgelui opgeroepen. De stadskeur bepaal
de dat degene, die niet verscheen, 15 schellingen boete moest betalen. Na 1304,
toen de Vlaamse troepen werden verslagen op cle Gouwe, begon Zierikzee aan
haar grootste bloeiperiode. Rechtstreekse raadpleging werd veel moeilijker door
de snelle bevolkingsgroei. Daarom werden vertegenwoordigers benoemd in de
vorm van raden. Ze worden vanaf 1308 vermeld. In 1515 werd het aantal raadsle
den vastgesteld op 24. Ze werden voor het leven benoemd, hetgeen borg stond
voor continuïteit in het openbaar bestuur. De schepenen daarentegen werden
voor twee jaar benoemd en de burgemeesters slechts voor een jaar. Bovendien
waren zij niet meteen herkiesbaar.
De baljuw, de schepenen en de raden werden allen door de graaf benoemd.
Later zou die bevoegdheid overgaan op de prinsen van Oranje als stadhouders.
De twee burgemeesters daarentegen werden door de schepenen gekozen. De
ene burgemeester, de gemeente-burgemeester, was voorzitter van het college van
schepenen. De andere, de heer-burgemeester, was voorzitter van het water
schapsbestuur. Een belangrijke taak was weggelegd voor de thesauriers.
Aanvankelijk waren dat er twaalf, later vier. Zij waren belast met openbare wer
ken en met het beheer van de stedelijke financiën. Zij dienden vier jaar en wer
den door de raad benoemd. Verder waren er twee stadssecretarissen en een ste
delijk pensionaris.
Werd het bestuur officieel gevormd door baljuw, burgemeesters, schepenen,
raden en thesauriers, vooral na de Middeleeuwen lag het zwaartepunt bij de
raad. De politiek van die dagen speelde zich niet alleen af in Den Haag.
Zierikzee was de tweede stad van Zeeland en speelde als zodanig een belangrij
ke rol in de Zeeuwse Staten. Zeeland maakte onderdeel uit van cle Republiek der
Zeven Verenigde Nederlanden. Dat betekende dat ook Zierikzeese afgevaardig
den de vergaderingen bijwoonden van de Staten-Generaal in Den Haag. De afge
vaardigden in de Staten-Generaal en ook de Staten konden slechts beslissen met
instemming van hun lasthebbers. Dat betekende dat alle belangrijke politieke
beslissingen vooraf werden besproken in de raadzaal van het Zierikzeese stad
huis. Dat gold vredesverdragen met andere mogendheden, maar ook de benoe
ming van stadhouders.
Vanaf de 17de eeuw voltrok zich langzaam maar zeker een scheiding tussen
bestuur en bevolking. Tot in het begin van die eeuw waren de stadsbestuurders
nog tegelijk actief in hun bedrijf en in het bestuur. Naarmate de tijd verstreek trad
een steeds verdergaande professionalisering op. Besturen werd hoofdzaak.
Aangezien de directe inkomsten, verbonden aan de ambten, gering waren, kon
den alleen de welgestelden zich de luxe veroorloven zich voor deze functies vrij
te maken. Op die manier ontstond een regentenpatriciaat, dat er alles aan gele
gen was de functies in eigen kring te houden. Onderlinge, geheime overeenkom
sten werden gesloten waarin op gedetailleerde wijze werd vastgelegd hoe de
functies zouden worden verdeeld. Het werd een vrijwel geheel gesloten groep
families, die de teugels stevig in handen hielden. Wie hun namen wil weten, kan
volstaan met een rondgang door de wijk Malta, waarvan de straten genoemd zijn
naar vertegenwoordigers van deze families.
Slechts de oude privileges vormden nog een zekere bescherming om uitwassen
tegen te gaan. Wie burgemeester, schepen of secretaris wilde worden, moest 20
6