Zierikzee 1999, Gemeentemuseum. Tentoonstelling '1100 jaar Zierikzee'.
De film die over het feest gemaakt werd, wordt nu nog regelmatig tijdens de
"Open Monumentendagen" in de trouwzaal van het voormalige stadhuis van
Zierikzee getoond. Opnieuw komen er mensen op af, vaak dezelfde, die herin
neringen ophalen aan die dagen in augustus toen Zierikzee poorterstad was.
Gelegenheidsdichters en streektaalschrijvers
De komende feestelijkheden brengen ook de pennen van gelegenheidsdichters
en streektaalschrijvers in beweging. Reeds in het eerste nummer van de
"Feestende Poorter" verschijnt een gedicht van de hand van 'Een Buitenman',
pseudoniem voor een in Amsterdam studerende Zierikzeeënaar. Hij ondertekent
zijn gedichten met A'dam. De dichter volgt de voorbereidingen van het feest met
een kritisch oog. Regelmatig maakt hij gebruik van de streektaal. Zijn eerste
gedicht, getiteld "Mijmeringen van een Buitenman" volgt integraal:
Als ik denk aan al die jaren,
Die ive nu als stad bestaan,
En aan al die comitétjes,
Die dat stad-zijn vieren gaan.
Als ik denk aan al die uren,
Die vergaderend vergaan.
En aan al die jubelspijkers,
Die ze dan met koppen slaan.
Als denk aan al die plannen,
Die uit niets zomaar ontstaan.
En aan al die hoofdenschudders,
Die aan 't kankerkantje staan.
Als ik denk aan la die dingen,
Die zo door mijn hoofdje gaan.
Dan ontdek ik pas de luister
Van zo'n eeuwig-lang bestaan.
Schorrig stoot spontaan een juichkreet,
Uit mijn dichtgeknepen keel.
En geen snik is mij te veel,
Liters tranen slik ik dankbaar.
Om aan iedereen te tonen,
Hoe ontroerend blij ik ben.
Dat ik elke veertien dagen,
Mee mag werken aan de opbouw
Van een stad-der-steden-feest.
Zover nooit in de historie
Aan de orde is geweest.
Als ik denk. aan 't grote voorrecht
Om in jubileumtrant
Woord na woord te mogen dichten,
Dan werd ik schier overmand,
Door een niet te dragen vreugde.
En fluister ik zacht Hoezeé,
Leve lang, o oude veste,
lang mijn Zierikzee.
104