Genezing op basis van devotie en aanbidding leverde een verrassend en in het
tijdsbeeld passend mirakel op.
Ook hier is regelmatig sprake van concurrentie tussen verschillende bedevaart
plaatsen, bijvoorbeeld wanneer aanbidding van Thomas Becket geen resultaat
oplevert, en een bezoek aan een ander heiligdom wel. Hierdoor kon de reputatie
van de ene heilige dalen en van de andere heilige worden vergroot. Verrassend
is dat bij een aantal bedevaartplaatsen meer dan de helft van de opgetekende
mirakels betrekking hebben op pelgrims die op minder dan 20 kilometer afstand
woonden.
Zouden in Nederland meer mirakelboeken met uitgebreide gegevens bewaard
zijn gebleven dan zou een vergelijkbare studie ook verrassende en wellicht ver
gelijkbare resultaten opleveren. Deze veronderstelling wordt voor wat Cunera die
in Rhenen vereerd werd, gestaafd door het feit dat bijna alle bekende vondsten
van insignes met betrekking tot deze heilige in de nabije omgeving van Rhenen
zijn gedaan.
Mirakelboek van Amersfoort
Het mirakelboek van Amersfoort is vooral van belang omdat daarin een groot
aantal mirakelen is opgetekend die ons nu de kans bieden om antwoord te
geven op de vraag waarom nu juist in Westenschouwen zoveel Amersfoortse
insignes zijn gevonden. Het Amersfoortse mirakelboek begint met het jaar 1444
en sluit af in 1545. Het bevat 542 mirakelen waarvan er 395 zijn opgeschreven
tussen eind 1444 en 1450. Het wekt de indruk dat er nadien weinig behoefte
en/of gelegenheid meer is geweest aan verdere vastlegging, want het aantal
opgeschreven mirakels neemt sterk af en beperkt zich tot gemiddeld enkele tien
tallen gerekend over perioden van verdere vijf jaren. Na 1500 werden nog slechts
enkele mirakels opgetekend. Een oppervlakkige analyse van de 542 opgeschre
ven mirakelen leidt tot de verrassende conclusie dat niet minder dan 107 mirake
len te maken hebben met water. Daarvan hebben 65 mirakelen betrekking op
weer tot leven gewekte verdronken mensen, waaronder opvallend veel kinderen.
En verder hebben 42 mirakelen betrekking op schipbreukelingen die in hoge
nood Onze Lieve Vrouwe van Amersfoort om hulp vragen, meestal onder het
afleggen van de belofte om na geslaagde redding een bedevaart naar Amersfoort
te brengen. Hoe belangrijk Onze Lieve Vrouwe van Amersfoort voor de zeevaar
der moet zijn geweest, blijkt uit enkele opgetekende mirakelen waarbij sprake is
van schipbreukelingen die geloften afleggen om bedevaarten naar Rome of
Santiago de Compostella te zullen doen wanneer zij uit hun nood gered worden.
Als die gelofte geen soulaas geeft, wordt ten leste O.L.V. van Amersfoort aanbe
den waarna de redding verzekerd is. Als voorbeeld mirakel 381: 'Zij loejfde haer
bevaert ten heijligen bloede Wilsnack) ende tot Ons L. Vrou te Aerdenburch
Doe quamen die buren, die haer seijden: Lovet u bevaert t'Amersfoert, ghij suit
well verlosset werden. Ende zij quamen en deden haer bevaert'. Mirakel 412,
opgeschreven in 1457, heeft betrekking op zeevarenden uit Veere: 'Item het
waren iiij scheepsgesellen vander Veer met een jonghe, die in Engelandt scheepten
veel grote wijndel steenen, daer die smede haer bijlen op slijpen.
Ende als zij in die zee waren, doe quam daer een groot sturm, soe dat het schip de
gronde ghijnck, soe dat haer mast niet dan een luttel boven te sien was. Ende zij
vielen in een boetken dat seer snoe was. ende aenriepen Onse L. Vrouwe inden
hemel ende loeffden haer bevaert te versuecken tot Amersfoert voer Onser L.
12