Vrouwen beeldt van mirakelen ende bevalen Onse L. Vrou haer siel ende lijff.
Ende zij sijnt in Zeelant te lande gecomen ende daer soe gaven zij dat boetken
voor vijff stuvers. Ende hebben haer bevaert gedaen des Maenendachs nae S. Jan
baptiusta intjaer van L vij'.
Ook mirakel 460, opgeschreven in 1473, heeft betrekking op Veere:
'Item daer was een schip van der Veer gezeijlt tot S. Jacob met een deel gesellen.
Ende doe zij wederomme quamen in die Spaensche zee, doe quamen sij gezeijlen
op een Witte donredach, dat zij all en besloten waren in een steenclip. Ende zij en
wisten anders niet, dan zij all verdrencken souden. Ende daer was een man van
Utrecht mede ende sijde, dat daer was een beelde van Onser L. Vrouwen, daer God
veel teijkenen ende mirakelen doer dede. Ende dat zij daer haer bevaert souden
loven, als zij deden. En rechtevoert schoet die wijnt om ende zij zeijlden weder
vuijt den gaet, daer zij ingecomen waren. Ende iverden verlost en zij quamen hier
en deden haer bevaert'.
En omdat het betrekking heeft op Zierikzee is liet aardig om hier ook te verwij
zen naar mirakel 279 waarin wordt verhaald dat:
'Een oeverste van susteren in Zericxzee die die nije sieckt (pest) all had. Ende dorst
het nijet openbaren die susteren, hoe het mit haer was. Ende sij loeff haer bevaert
t'Amersfoert in grooter noodt en goet betrouwen hebbende. Ende terstont wert zij
die dijngen quijt. Ende heeft selver dit geseijt ende bevaert gedaen
Tenslotte nog mirakel 476 waar een Amersfoorts insigne een belangrijke rol speelt:
'Item te Oosterhout was een knechtgen ende soude een koet vol loets geeten, Ende
doen dat loet gesmolten was, doe docht hem, dat hij niet genoech hebben soude.
Ende hij sochte meer loets. Ende hij en vant niet meer, dan een teijken van Onse
L. Vrouwe t' Amersfoert. Ende dit smelten hij daer toe ende als het smelten was, soe
goeijt hij dat ende dat daer beseijden liep wert weder een teijken Onser
L. Vrouwen'.
Het zou de moeite waard zijn om een analyse te maken van alle in de
Nederlanden opgetekende mirakelen. Elk daarvan bevat gegevens over kwalen
en gebreken, ongevallen, leefwijzen, reizen, woonomstandigheden, vervoermid
delen. Bovendien wordt zo inzicht verkregen in de verspreiding van heiligenver
ering, lokaal, regionaal, nationaal en buiten de grenzen. Onderlinge concurrentie
tussen verschillende bedevaartplaatsen is duidelijk aanwezig. Opkomst en neer
gang van heiligenverering vindt voortdurend plaats. Alles wordt eraan gedaan, en
dat blijkt heel duidelijk in Amersfoort, om via de mirakels reclame te maken voor
eigen parochie. Een grote toeloop van pelgrims en hun goede en soms ook rijke
gaven betekende voor stad en neringdoenden een belangrijke bron van
inkomsten.
Men moet proberen zich in te denken wat er moet zijn omgegaan bij de beman
ning van een schip dat onder Noorwegen door zware storm wordt overvallen
zodat men ervan overtuigd is dat schip en bemanning zal verloren gaan. In de
grote nood waarin men zich bevindt, belooft men op bedevaart naar Aken te
gaan. Helaas levert dat geen resultaat op. Dan wordt de hoop gevestigd op Onze
Lieve Vrouwe in Den Bosch en wordt haar om redding gevraagd. Maar ook dat is
vergeefs en de toestand van schip en bemanning wordt steeds benarder.
Mirakel 11 vervolgt dan de gebeurtenissen op tot onze verbeelding sprekende
wijze: 'Ten laesten lach daer een int schip, die sijn sonden overdacht. Die quam in
zijn sinne van Onser L. Vrouwen beelde t Amersfoert, dat inden water gevonden
was.
13