Amersfoortse insignes in Zeeland In haar publicatie over de Amersfoortse vrouwenvaart in de late middeleeuwen gaat Ottie Thiers ook in op de in de provincie Zeeland gevonden Amersfoortse insignes. Zich baserend op de cijfermatige gegevens in Heiligen uit de moddef stelt zij vast dat de Amersfoortse insignes rond twee procent uitmaken van het totale aantal in Zeeland gevonden pelgrimsinsignes. Naar haar mening zou dit percentage indicatief kunnen zijn voor de betekenis van de op vrijwillige basis uitgevoerde Amersfoortse Vrouwenvaart. Zij vergelijkt dat - verwijzende naar de publicatie van Dr. Jan van Herwaarden over Opgelegde Bedevaarten, met de 2,3% van de Amersfoortse - in verhouding met het totaal aantal aan bekende opgeleg de strafbedevaarten. Ik ben van oordeel dat het niet mogelijk is om aantallen teruggevonden originele insignes te gebruiken als maatstaf in het bepalen van de verhouding in belangrijkheid en betekenis van de verschillende bedevaartplaat sen. Immers het terugvinden van insignes is wat aantal betreft afhankelijk van de intensiviteit en regelmaat van verricht metaaldetectoronderzoek, terwijl ook de conserverings- vooiwaarde van de bodem waarin die insignes gevonden worden van wezenlijk belang is. Er zijn nog meer vragen te stellen. Wie waren de pelgrims die een Amersfoorts pelgrimsinsigne verwierven? Was dat voorbehouden aan de categorie vrijwillige bedevaartgangers zodat diegenen die een opgelegde strafbedevaart vervulden niet de mogelijkheid zouden hebben gekregen om in Amersfoort een pelgrims teken te bemachtigen? Ik ben ervan overtuigd dat er geen verschil bestond en dat iedereen die Amersfoort bezocht en daar Onze Lieve Vrouwe vereerde, ook in aanmerking kwam voor de koop van een of misschien zelfs wel een groter aantal insignes. Want 'zaken zijn zaken' gold ook in de late Middeleeuwen. Er is nog een vraag waarop niet zonder meer een antwoord op kan worden gegeven. Wanneer in Westenschouwen een Amersfoorts insigne gevonden wordt, kan men daar dan zonder voorbehoud de conclusie aan verbinden dat dit insigne aanduidt dat de drager daarvan ook feitelijk in Amersfoort is geweest en aldaar dat insigne heeft gekocht? Of bestaat de mogelijkheid dat ook op andere plaatsen Amersfoortse insignes te koop waren? Er zijn voorbeelden bekend van uitbeste ding van verkooprechten buiten de feitelijke bedevaartplaats. Tenslotte komt de vraag op wie de feitelijke bezitters van die 21 insignes waren en waarom zij die in Westenschouwen aan de grond - of aan de golven? - hebben toevertrouwd. Was het motief voor dat wegwerpen een doelbewust handelen of is er sprake van gewoon verliezen? Helaas zijn de Amersfoortse insignes uit Westenschouwen voor het grootste deel in een zo fragmentarische conditie gevonden dat geen ant woord gegeven kan worden op de vraag of zich daaronder ook insignes hebben bevonden die doelbewust ineen zijn gefrommeld voordat ze werden weg geworpen. Het is bekend dat dit doelbewust ineenbuigen bij andere insignes maar ook bij munten die geofferd werden, is toegepast. Waarom dat ineenbui gen? Had zulks mogelijkerwijze een rituele betekenis evengoed als bekend is, dat in voorchristelijke tijden wapentuig, sieraden en munten die eerst werden gebro ken of verbogen, geofferd werden. Is het mogelijk dat ook de Amersfoortse insignes als dankbetuiging na geslaagde reis of voordat de reis vanuit Westenschouwen begonnen werd, werden geofferd?En zou hier de oorzaak kunnen liggen van het vinden van die opvallend grote hoeveelheid Amersfoortse insignes in de voormalige havenplaats Westen schouwen? 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1999 | | pagina 17