kaart van Jacob van Deventer betrof; daarbuiten is de kaart specifiek in het opte kenen en benoemen van de bebouwing. Zo komen we twee molens tegen, de Zuidmolen aan de Oude Schouwse Dijk en de Noordmolen (gelegen bij een 'hoog gors'), twee meestoven (fabriekjes die vanuit meekrap kleurstoffen bereid den), diverse huisjes, nader aangeduide panden als 'schoenakers vethuijsen', een 'taen huijs' en vijf zogenaamde 'keeten', waar zout werd gewonnen. Hier werden in tijden van oorlog soldaten gehuisvest. Tegenover deze keten, aan de oostzijde van het havenkanaal, bevindt zich 'een weel daer tlant door inundeerde'; hier door werd kennelijk de huidige Groot St. Jacobspolder onder water gezet. Het 'taen huijs' moet wel de oude taanhof zijn waarvan in 1570 werd opgemerkt: 'staende beneden in de Nieuwe Poorte', een verdere indicatie voor de aanleg van vestingwerken in deze tijd. Inderdaad staat dit taanhof op de kaart aangegeven aan het einde van de bebouwing aan de Oostdijk. In de nabijheid van het niet nader aangeduide kerkterrein (hier staat 'Brouwershave' geschreven) is verder alleen de schuttershof met aangrenzende boomgaarden aangeduid, waar ook een waterloop eindigt met de naam 'Sluisviiet'. Ook een weg met de naam 't oude stael' is aangegeven (waar nu de sportvelden zijn gelegen). Het aldaar aangege ven 'droech huys' (drooghuis, deel van een meestoof) zal de hofstede zijn die in 1604 werd omschreven als een huis, schuur en erf staande 'op het dijcxken ge- naempt het ouwe Staeltie'16. Daar waar de haven met een haakse bocht overgaat in het havenkanaal begint een (nu niet meer bestaande) 'nieuwe weg' in de rich ting van de huidige polder Kijkuit. Ter hoogte van de hedendaagse boerderij Mon Génie bevond zich volgens de kaart de 'St Jacobs brugge' over het Spuiwater. Gezicht op Brouwershaven uit Braun en Hogenbergs Civitates Orbis Terrarum 1572). Foto: UB Groningen 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1999 | | pagina 23