De 'heer'-lijke rechten kan men kopen en verkopen. De Ambachtsheer of -vrou we oefent formeel het gezag uit, maar laat zich veelal vertegenwoordigen door de 'stadhouder', de officiële plaatsvervanger. De burgerlijke overheid - in de volksmond 'de Wet' - heeft in een hoge heerlijkheid als hoogste gezagsdrager een baljuw. Hij is Commissaris van Politie èn Officier van Justitie, die gerechtelijk onderzoek doet en recht eist. De schepenen hebben een bevoegdheid die reikt tot en met het uitspreken van de doodstraf. Sirjansland is een 'halsheerlijkheid'. De naam spreekt voor zich. Samen met de schepenen, ook wel 'wethouderen' genoemd, gekozen uit de lokale notabelen - boeren/grondbezitters, rijkere win keliers en ambachtslieden - vormt de baljuw het dagelijks bestuur in de hoge heerlijkheid. Het volk, de gewone man en vrouw, heeft nauwelijks invloed. De kerk des te meer. De Kerk in de dorpsgemeenschap Voor een beter begrip voor het hande len van de kerkenraad van de hervorm de kerk van Oosterland in de 18de eeuw is het noodzakelijk de beweegre denen te achterhalen die tot dat han delen aanleiding geven. Gaande van het algemene naar het bijzondere let ten we eerst op de plaats in de samen leving omstreeks 1700, die de Gereformeeerde Kerk in de Verenigde Nederlanden, dus ook op Schouwen- Duiveland inneemt. De kerk van de Reformatie -in de lijn van Calvijn- bestaat dan al ruim 100 jaar; 'de nye leere' is 'gemeen goed'geworden. De Statenvertaling van 1637, de drie Formulieren van Eenigheid en de pre dikantsopleidingen zorgen voor een toenemende mate van uniformiteit in kerkelijke taal, denktrant en regelge ving. De Gereformeerde Kerk is het enige kerkgenootschap in de Republiek met algemene erkenning op alle bestuursla gen en ontvangt dan ook de volledige steun van de lokale overheid. Organisatorisch heeft deze hervormde kerk als instituut zijn vorm gevonden in de autonome plaatselijke gemeente, de regionale Classis en de algemene kerkvergadering, de Synode. De plaatselijke gemeente is zelfstandig in zijn optreden, maar Kerk en Staat zijn niet geheel gescheiden. Hun belangen zijn verstrengeld, zowel financieel als bij het verkiezen en beroe pen van ambtsdragers. Samenvattend kan men zeggen dat plaatselijk het kerkelij ke gebeuren verloopt 'naar gewoonte', dat wil zeggen het heeft een vaste vorm en volgt de geijkte patronen. De preekstoel, met daaronder het doopvont. De schaal in het doopvont is een schenking van Ds. W. Muller, predikant van 1700 - 1705. 32

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1999 | | pagina 34