Franse compareert op 12 maart 1892 - dus even twee maanden na het overlijden van zijn vrouw - te Brouwershaven voor zijn vriend notaris Jacob van der Bent om zijn testament te maken. Hij benoemt tot zijn enige en algehele erfgename èn executrice van zijn nalatenschap de dertig jaar jongere Katharina Sophia Sara Geertruida Ezerman, onderwijzeres, wonende te Dreischor. Achteraf bezien is deze handelwijze niet zo vreemd als het lijkt. Het huwelijk met Charlotte was kinderloos gebleven. En recht tegenover hun huis (Havenplein 8) woonde de familie Ezerman. Daar werd Katharina geboren. Aangenomen mag worden dat het meisje op een gegeven moment bij de overburen Franse is komen binnen drentelen en zo van kindsbeen af bij hen over de vloer is blijven komen. Langzaam maar zeker zal Kaatje aldus deel van het leven van Jasper en Lotje zijn geworden. En dat moet de reden zijn geweest dat zij - om te beginnen - de erfge naam van de weduwnaar Franse is geworden. Notaris En dan overlijdt datzelfde jaar op 25 april te Zierikzee notaris Mr. Jakob Moolenburgh met wie Franse het altijd uitstekend had kunnen vinden. Zo schreef Moolenburgh op 12 juni 1882 aan het Ministerie van Financiën voor de betrekking van secretaris van het Schattingsdistrict Goes van de Commissie voor de herziening der belastbare opbrengst der ongebouwde eigendommen (een voorloper van de WOZ) het oog te hebben "op den heer Jasper Franse, een man van veelzijdige ontwikkeling en groote werkkracht, die in de laatste jaren zich ver dienstelijk heeft gemaakt door zijn commentairen op verschillende Wetten en onder anderein 1880 en 1881 heeft uitgegeven een Hypothekair -kadastraal - en scheepswetboek waarvan de kennisname is aan te bevelen". En "Ik geloof niet, dat te Zierikzee een tweede, in dezelfde mate geschikt persoon, te vinden zou zijn". Het was dan ook niet te verwonderen dat Financiën Jasper Franse (voor 40,- per maand!) tot secretaris benoemde. Het overlijden van notaris Moolenburgh zal Franse aan het denken hebben gezet. Hij had er vijf en twintig jaar als deurwaarder opzitten, had zich aanzien verworven en was tenslotte kan didaat-notaris. Wellicht dat het overlijden van Charlotte ook nog een rol heeft gespeeld. Hoe dan ook, hij waagt de sprong en solliciteert. Op 10 mei 1892 komt bij het Kabinet der Koningin zijn sollicitatie binnen. Maar niet van hem alleen, maar ook die van Jacob van der Bent uit Brouwershaven. Deze schrijft "Dat zijne tegenwoordige standplaats, alwaar hij tenjare 1867 is benoemd geworden, in de laatste acht jaren, door het geheel verloop der scheepvaart., ten gevolge van den Nieuwen Rotterdamschen Waterweg, zoodanig is achteruitgegaan, dat deze geen voldoend middel van bestaan meer k.an opleveren.De kantonrechter antwoordt desgevraagd de officier van justitie dat hem omtrent Franse niets dan goeds bekend is. "Hij laat zich met zaakwaarnemerij in, met kivadepraktijken evenwel houdt hij zich niet op". Vervolgens wordt hij tot notaris benoemd en beëdigd. Overigens gaat Franse ook na zijn benoeming tot notaris onverdroten door met het houden van publieke verkopingen. Uit alles blijkt dat hij het algemeen ver trouwen van het publiek geniet. Maar niet alleen van het publiek. Ook van Vrouwe Justitia. Op 13 augustus 1894 installeert de kantonrechter Isebree Moens hem als kantonrechter-plaatsvervanger en wijst hem tevens aan als waarnemend- ambtenaar van het openbaar ministerie. Aangenomen kan worden dat Franse de notarispraktijk aan het Havenplein is blijven uitoefenen totdat, het huis voor hem en zijn vrouw te klein werd. 68

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1999 | | pagina 70