overtuigd van zijn onschuld en liet in de daarop volgende maand een oproep plaatsen waarbij zij duizend gulden uitloofde voor degene, die de dader of de daders kon aanwijzen. Weltevredens vader en twee broers legden daar elk hon derd gulden bovenop wanneer de dader of de daders binnen acht dagen gevon den zouden worden. De justitie toog aan de slag. Een cruciale rol in het onderzoek speelden de dozen waarin de wekkers waren vervoerd. Aan de hand van het adres werden de medewerkers van de 'Grand Bazar Franqais' in Rotterdam ondervraagd. De win kelbediende, de 24-jarige Gerrit de Vries, bleek een belangrijke getuige te zijn. Hij bevestigde de verkoop van zes wekkers. De koper had opdracht gegeven om deze wekkers bij het tramstation te bezorgen. Zijn naam en adres schreef hij op een stuk papier. Sinds een week werkte in deze Rotterdamse zaak als winkelbediende de 18-jarige Frans den Boer. Den Boer was afkomstig uit Zie- rikzee en had wel eens de bijeenkomsten bij Weltevreden bijgewoond. Als Zie- rikzeese jongen had hij daar leven gemaakt. Toch was dat niet zo erg dat hij ver wijderd had moeten worden. Frans had Weltevreden herkend en zei tegen zijn collega's: 'Daar heb je de dominee van het Leger des Heils uit Zierikzee'. Arie was gekleed geweest in het zwart, droeg een gleufhoed en had een tas met rie men bij zich. Toen De Vries werd geconfronteerd met de verdachte bevestigde hij dat hij aan Weltevreden de wekkers had verkocht. Ondanks het feit dat Welte vreden toen geen snor droeg, herkende de winkelbediende Weltevreden. Het proces Het gerechtelijk onderzoek werd na ruim twee maanden afgerond. Arie Weltevreden werd beschuldigd van een poging tot brandstichting met als doel om de verzekeringsgelden te innen. Weltevreden kreeg mr. A.J.F. Fokker als advokaat toege wezen. Het verzet tegen zijn verwijzing naar de rechtbank hielp niet. Op vrijdagmorgen 28 februari 1902 begon de zitting van de Zierikzeese arrondisse mentsrechtbank. Rechters waren mr. J.P. Cau, die als president fungeerde, jhr.mr. J.W.C. de Jonge van Ellemeet en mr. W. ridder van Rappard. Substituut- griffier was mr. H.J. Wervelman. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door substi tuut-officier van justitie mr. J.P. Hofstede. Hij had 24 getuigen gedagvaard. Door de beklaagde waren 18 getuigen a décharge opgeroepen. Op een tafel voor de balie waren de wekkers, lampjes en andere zaken uitge stald waarmee het misdrijf was Het gebouw van de Arrondissementsrechtbank aan het Havenpark. Collectie Gemeentearchief Schouwen- Duiveland). 82

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1999 | | pagina 84