849-1949 ZIERIKZEE 1100 JAAR door Lydia Mol-Sipman en Joop van Loo Inleiding In 1998 werd herdacht dat de stad sinds 750 jaar stadrechten heeft. Het ontstaan of de stichting van de stad is echter een andere zaak. Dat zal wel geleidelijk aan gegaan zijn, maar het is goed mogelijk dat er reeds in de 9de eeuw al bewoning op deze plaats was. Stadsrechten kreeg een plaats pas als ze enige betekenis had als handels- of vestingplaats. In de gemeenteraadsvergadering van 29 april 1947 wordt de vraag gesteld of het wel historisch verantwoord is een herdenkingsfeest te houden. De voorzitter burgemeester jhr. mr. J. Schuurbeque Boeye concludeert dan dat het jaar 1949 het meest waarschijnlijk is. Men heeft immers in 1649 het 800-jarig bestaan herdacht en kon toen over meer gegevens beschikken dan nu. In 1811 is een groot deel van het oud archief vernietigd. Wie verzon het en hoe begon het? De Vereniging Stad en Lande van Schouwen-Duiveland (Stad en Lande) en de Vereniging Voor Vreemdelingenverkeer (VW) hebben in 1947 contact gezocht met het gemeentebestuur met het voorstel de stichting van de stad te herdenken. Een groots opgezet feest van enkele dagen of een week in de zomermaanden zou een goede promotie voor stad en streek zijn en goed voor de saamhorigheid van de bevolking. Men bedenkt dat in 1949 Zierikzee 1100 jaar bestaat en dat moet gevierd worden. Na de Tweede Wereldoorlog werden er overal in het land grote bevrijdingsfeesten gehouden. Op Schouwen-Duiveland was dit echter niet gebeurd, het grootste deel van de bevolking was in 1944 geëvacueerd en velen vierden de bevrijding elders. Dit was een goede gelegenheid om alsnog een groot feest te houden. Aanvankelijk is de animo niet zo groot. Er moet nog al eens op gewezen worden door Stad en Lande en de VW dat de tijd gaat drin gen. Wil men een groot feest organiseren, dan moet men daar vroeg genoeg mee beginnen. De bevolking moet er achter staan, want iedereen zal ingezet moeten worden en het moet zo min mogelijk kosten. Men vraagt zich zelfs af of het wel verantwoord is in deze tijd van wederopbouw, waar men alles nodig heeft om weer op gang te komen, geld uit te gaan geven aan zo'n feest. Het argument van promotie voor stad en streek wordt steeds naar voren gebracht. Schouwen- Duiveland was een eiland, een duidelijk, afgebakend gebied. In de vakanties ging men nog niet zo ver weg als tegenwoordig en er was niet zo veel afleiding, zoals nu televisie en verre vakanties. Mensen deden nog veel samen. Het vereni gingsleven bloeide en dat had men voor de organisatie van een groot feest nodig. Wie organiseerde? Om een en ander goed te regelen wordt in oktober 1947 een Comité tot viering van het eeuwfeest benoemd, bestaande uit: burgemeester jhr. mr. J. Schuurbeque Boeye, mr. C.J.B. du Croo, W.P.A. Brouwer (secretaris), J.W. van den Doel, J.G.L. Simmers, P. van Beveren, H.J. Doeleman, J.J. Coumou, A.J. Argelo, P. Heering, dr. J.J. Westendorp Boerma, C.F. van Berendonk (later vervangen door G.H. Breetvelt), J.J. van den Berge en J.M. Moelker. 93

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1999 | | pagina 95