pieter Zeeman (1865-1943) Experimentator bij uitstek door A.J. Kox De natuurkundige Pieter Zeeman behoort tot de selecte groep geleerden die door hun weten schappelijke prestaties een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de opbloei van de Neder landse natuurwetenschap in de decennia rond 1900. Anderen die mede gezicht gaven aan deze periode, die tegenwoor dig bekend staat als de 'Tweede Gouden Eeuw' van de Nederlandse natuurwetenschap, wa ren de natuurkundigen Johannes Diclerik van der Waals, Heike Kamerlingh Onnes en Hendrik Antoon Lorentz, de scheikundige Jacobus Henricus van 't Hoff, de sterrenkundige Jacobus Cornelius Kapteyn en de bioloog Hugo de Vries. Vijf van hen werden geëerd met een Nobel prijs: Van 't Hoff in 1901, Lorentz en Zeeman in 1902, Van der Waals in 1910 en Kamerlingh Onnes in 1913. Vooral in de jaren toen hij als hoogleraar verbonden was aan de Universiteit van Amsterdam is Zeeman samen met zijn oudere collega Van der Waals bepalend geweest voor het gezicht van de Amsterdamse natuurkunde. Onder zijn leiding kreeg het Amsterdamse laboratorium een grote reputatie als plaats waar origineel precisieonderzoek werd uitgevoerd. Bovendien slaagde Zeeman erin de Amster damse natuurkunde flink uit te bouwen: bij zijn emeritaat in 1935 was het labora torium waarmee Van der Waals met een kleine staf was begonnen uitgegroeid tot twee volwaardige laboratoria waarin een aanzienlijk aantal mensen werkzaam was. In zijn functie van ree to r-magn ficus in het studiejaar 1922/23 draagt Zeeman naast de koninklijke onderscheiding de officiële gouden ambtsketen van de Universiteit van Amsterdam. 109

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2000 | | pagina 111